230131 Schrijven oefenen

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leg je deze materialen op tafel?


Een schrift
Pen/markeerstift 

Slide 2 - Slide

De planning van vandaag:

  1. Planning periode 3 (deel 1)
  2. Boekopdracht 1 NV of flyer nog niet ingeleverd?
  3. Uitleg boekopdracht 2
  4. Schrijven
  5. Sprookjes schrijven

Slide 3 - Slide

Planning periode 3
(deel 1)
dinsdag 21 februari:
Inleveren boekopdracht 2 (V/NV)

donderdag 16 maart:
Toets formuleren/schrijven (1x)


Slide 4 - Slide

Boekopdracht 1
niet voldaan?

De opdracht MOET voldoende om over te kunnen naar havo/vwo 2.

Maak de opdracht op school:

Dinsdag 14 februari vanaf 12:30 uur totdat je klaar bent.



Flyer nog niet ingevelerd?

Deze opdracht telt 1x mee en moet dus gemaakt worden om over te kunnen.

Maak de opdracht op school:

Dinsdag 14 februari vanaf 12:30 uur totdat je klaar bent.

Slide 5 - Slide

Boekopdracht 2:
Maak een 'wanted' poster:

Slide 6 - Slide

Boekopdracht 2: wanted poster
Tekening persoon
Naam persoon
Wat heeft hij/zij gedaan? Beloning? Extra informatie.
Titel

Slide 7 - Slide

Schrijven
Een goede zin bevat:

Onderwerp + werkwoord

Slide 8 - Slide

Schrijven
Onderwerp + werkwoord + .....

Slide 9 - Slide

                            Oefenen


De opdracht:
Schrijf een verhaaltje van ongeveer 100 woorden.
Let op je zinnen:
  1. Kies een onderwerp + werkwoord
  2. Vul de zin aan met extra informatie (tijd, plaats, etc,). Je mag ook hulpwerkwoorden toevoegen.
  3. Sluit af met een punt, uitroepteken of vraagteken.
 





timer
7:00
Dobbel drie keer met de dobbelsteen:

eerste keer: hoofdpersoon 
tweede keer: locatie
derde keer: gebeurtenis

Slide 10 - Slide

Lees eens voor...

Slide 11 - Slide

Oefenen
Opdracht: 
Het verhaal is nu misschien wat saai. Herschrijf je verhaal en maak nu gebruik van samengestelde zinnen.
  1. Kies een onderwerp + werkwoord
  2. Vul de zin aan met extra informatie (tijd, plaats, etc,)
  3. Gebruik woorden zoals: want, maar, omdat, etc.
  4. Sluit af met een punt, uitroepteken of vraagteken.

Hoe: Je maakt het alleen
Wat: Schrift en pen
Klaar? Kun je je verhaal nog langer maken?




timer
7:00

Slide 12 - Slide

Pauze
timer
4:00

Slide 13 - Slide

De planning van vandaag:

  1. Planning periode 3 (deel 1)
  2. Boekopdracht 1 NV of flyer nog niet ingeleverd?
  3. Schrijven
  4. Sprookjes schrijven

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Schrijf een sprookje
Opdracht: 
In de les ga je een bekend sprookje in een nieuw en modern jasje steken. Misschien gaat Roodkapje wel op de scooter naar oma, rijden ze rond in een dikke Mercedes in plaats van een koets of plaatst de prins van Assepoester een foto op Instagram van het glazen muiltje op zoek naar de eigenaresse.

Je mag het sprookje dus herschrijven zoals jij dat wilt, als het maar modern wordt en in het hier en nu. Je kunt bijvoorbeeld namen en personages veranderen (De grote boze wolf is die enge conciërge en de goede toverfee wordt die aardige docent!)

 

Hoe: Je maakt het alleen
Wat: Oefentoets en pen
Klaar? Lees uit je boek.





Slide 16 - Slide

Stappenplan: schrijf een sprookje
  1. Kies een sprookje dat jou aanspreekt (Bijvoorbeeld Roodkapje)
  2. Vat het sprookje kort samen. Wat gebeurt er in grote lijnen? (Jong meisje gaat naar oma, maar de wolf probeert haar te misleiden omdat hij haar wil vangen/opeten, etc.)
  3. Hoe zou je deze grote lijnen kunnen toepassen in onze wereld/tijd? (Jong meisje chat met ’oma’ op social media, maar dan blijkt dat ze niet met oma chat maar eigenlijk met een ’engerd’ die haar wil ontvoeren etc.)
  4. Denk na over namen, personages etc.
  5. Als je punt 3 en 4 hebt gedaan, ga dan nadenken over de kleine details, hoe kan ik het nog leuker/mooier/spannender maken?
  6. Schrijf je verhaal nu helemaal.
  7. Denk aan een pakkende titel!

Slide 17 - Slide