K4 Schreibfertigkeit (12)

1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

1. nakijken opdracht 28 blz. 225
2. (af)maken opdracht 29 blz. 225
3. Dia's das/dass , weil
 4. maken opdracht  37 blz. 232                
5. Maken opdracht 13 blz. 212
6. Maken brief met fouten

Slide 2 - Slide

dass
Je gebruikt dass als je twee zinnen aan elkaar wilt 'plakken.'

Sie hofft, dass sie später in einem Supermarkt arbeiten kann.

Slide 3 - Slide

das
das met een s betekent 'het' of 'dat'.

Das Meerschweinchen heißt Simba.

Ich finde das super.

Slide 4 - Slide

das en dass
das : het is een lidwoord.                                    das Buch
           Je kunt het vertalen met dat/ het        Findest du das auch?

dass: In de rest van de gevallen is het een voegwoord en schrijf je dass.
       Ich finde es toll, dass wir gefragt werden.

Slide 5 - Slide

weil
Je gebruikt weil als je een reden wilt geven.

Jasmin kauft oft Bücher, weil sie gerne liest.

Slide 6 - Slide

das of dass?
1. Ich finde das / dass häßlich (=lelijk)
2. Es gefällt mir, das/dass es hier billiger ist.
3. Ich bin mir sicher, das/dass das Gerät gut funktioniert.
4. Die hellen Farben (felle kleuren) machen, das/dass es
     schön aussieht.
5. Das/dass Mädchen da ist meine Schwester, wußtest du 
     das/dass nicht?

Slide 7 - Slide

Hausaufgaben
Leren pakketje schrijfvaardigheid

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

1. Wat moet je weten voor de toets
2. Samen lezen blz. 189
3. Dia's das/dass    weil
     Zelfstandig aan de slag!
4. Maken opdracht 33, 35, 36, 37, 38,
    39 (+ nakijken) blz. 190 t/m 194

Slide 10 - Slide

      Wat moet je leren voor de toets?
1. Blz. 217 t/m 219
2. Blz. 161 t/m 195 (onderdeel schreiben)
3. Leer belangrijke zinnen uit je hoofd!
4. Zelf een woordenboek meenemen!!

Slide 11 - Slide