3.1 sociale ongelijkheid

Sociale ongelijkheid 
  • Je kunt uitleggen wat het kernconcept sociale ongelijkheid is en het toepassen.
  • Je kunt de 4 gebieden benoemen waarop sociale ongelijkheid bestaat 
  • Je kunt uitleggen wat de maatschappelijke ladder inhoudt
  • Je kunt herkennen wanneer er sprake is van positieverwerving en positietoewijzing 
  • Je kunt benoemen welke 3 soorten kapitaal er bestaan
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Sociale ongelijkheid 
  • Je kunt uitleggen wat het kernconcept sociale ongelijkheid is en het toepassen.
  • Je kunt de 4 gebieden benoemen waarop sociale ongelijkheid bestaat 
  • Je kunt uitleggen wat de maatschappelijke ladder inhoudt
  • Je kunt herkennen wanneer er sprake is van positieverwerving en positietoewijzing 
  • Je kunt benoemen welke 3 soorten kapitaal er bestaan

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Link

This item has no instructions

Sociale ongelijkheid 
  • Je kent het kernconcept sociale ongelijkheid en kunt het toepassen in een vreemde context. 
  • Je kunt de 4 gebieden benoemen waarop sociale ongelijkheid bestaat 
  • Je kunt uitleggen wat de maatschappelijke ladder inhoudt
  • Je kunt herkennen wanneer er sprake is van positieverwerving en positietoewijzing 
  • Je kunt benoemen welke 3 soorten kapitaal er bestaan

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Slide 5 - Link

4.50-8.10

Sociale ongelijkheid?

Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

-Gebruik in je antwoord de definitie van het kernconcept sociale ongelijkheid 
-Je legt uit om welk verschil het gaat (en of dat aangeboren is of niet)
-Je legt uit dat het consequenties heeft 
-Je legt uit wát die consequentie is 
van die ongelijkheid
(schaarse zaken/ waardering 
of behandeling).

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

timer
4:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Drie soorten kapitaal
Economisch kapitaal: financieel bezit/ inkomen 
Sociaal kapitaal: connecties/ netwerken/ respect 
Cultureel kapitaal: kennis/ opvattingen/ houdingen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

Grafische weergave ongelijkheid
sociaal 
economisch
cultureel 
economisch
sociaal
politiek
symbolisch
Maatschappelijke 
posities

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijke ladder
Sociale stratificatie: De verdeling van de maatschappij in groepen waartussen sociale ongelijkheid bestaat 

Indeling waarbij we zien dat er 
verschillen zitten in 
maatschappelijke positie.

Slide 12 - Slide

pagina 49
Hoog
Midden
Laagste
Laag

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Ongelijke verdelingen
- Ongelijke verdeling van politieke hulpbronnen 
Het hebben van bevoegdheden om macht uit te oefenen (gezag)
- Ongelijke verdeling van economische hulpbronnen
Het hebben van geld en bezit
- Ongelijke verdeling van symbolische hulpbronnen
Het hebben van aanzien en waardering
- Ongelijke verdeling van sociale hulpbronnen
Het hebben van sociale contacten

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke hulpbronnen?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Positietoewijzing 
Positieverwerving 
Maatschappelijke oorzaken bepalen de maatschappelijke positie van een groep of individu
Het verkrijgen van  maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon 
Bijvoorbeeld: havo/vwo advies moet starten op havo 
Bijvoorbeeld: inzet op school

Slide 16 - Slide

In India is vooral sprake van positietoewijzing en weinig positieverwerving. Dit zie je bijvoorbeeld terug in de invoering van quota die ervoor zorgen dat mensen uit verschillende kasten in overheidsdienst kunnen werken. 

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Aan de slag!
3.1: opdrachten 1, 2 en 3 (blz. 52 en 53).
Deze opdrachten heb je af vóór de volgende les.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Vul aan
Toen mevrouw Boelens klein was ze door haar ouders veel voorgelezen omdat haar ouders het belangrijk vonden haar 1)... kapitaal mee te geven. 
Haar ouders gaven haar heel veel vrijheid in haar studiekeuze, maar zelf vond ze het belangrijk om naar de universiteit te gaan, en hier hard voor te werken. Hier is sprake van positie 2)...
Haar ouders hebben allebei niet gestudeerd, maar zelf heeft ze de universiteit wel afgerond, ze kon 3)... op de 4)... Dat is over het algemeen alleen mogelijk in een 5)... samenleving. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions