What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taalwondertjes quiz
Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
overdrijving
B
understatement
C
eufemisme
1 / 32
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
overdrijving
B
understatement
C
eufemisme
Slide 1 - Quiz
Ik sta hier al eeuwen op te wachten
A
Overdrijving
B
Understatement
C
Eufemisme
Slide 2 - Quiz
Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 3 - Quiz
'Ik heb EEN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 4 - Quiz
De verdediger schoot de strafschop HUIZENHOOG over.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 5 - Quiz
Die poolreizigers zullen het wel FRISJES hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 6 - Quiz
Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 7 - Quiz
Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 8 - Quiz
De bewoners waren ONAANGENAAM VERRAST door de rellen in de wijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 9 - Quiz
Het ongeluk was veroorzaakt door een dame VAN GEVORDERDE LEEFTIJD.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 10 - Quiz
Bij de ingang van de discotheek stond EEN KLEERKAST die iedereen fouilleerde.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
hyperbool
Slide 11 - Quiz
Mijn oude fiets SMEEKT om een grondige opknapbeurt.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
hyperbool
Slide 12 - Quiz
Wat een WOLK VAN EEN BABY heeft dat jonge stel.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
hyperbool
Slide 13 - Quiz
Het lijkt hier wel een zwijnenstal
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
hyperbool
Slide 14 - Quiz
Je kamer lijkt wel een zwijnenstal!
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
tautologie
Slide 15 - Quiz
Opeengepakt ALS HARINGEN IN EEN TON werden we in de legertruck vervoerd.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
hyperbool
Slide 16 - Quiz
Goede boeken zijn BRANDSTOF voor het brein.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
pleonasme
Slide 17 - Quiz
Hij vindt de Haagse politiek NET EEN POPPENKAST.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
understatement
Slide 18 - Quiz
Het riet FLUISTERDE dat koning Midas ezelsoren had.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
eufemisme
Slide 19 - Quiz
Welk stijlfiguur wordt hier gebruikt?
Overgrootvader is na een kort ziekbed heengegaan.
A
Overdrijving
B
Hyperbool
C
Eufemisme
D
Understatement
Slide 20 - Quiz
Welk stijlfiguur wordt hier gebruikt?
Mijn hoofd knalt uit elkaar van de pijn.
A
Overdrijving
B
Hyperbool
C
Understatement
D
Eufemisme
Slide 21 - Quiz
Welk stijlfiguur wordt hier gebruikt?
De miljardair deed minnetjes over zijn nederig stulpje.
A
Overdrijving
B
Hyperbool
C
Understatement
D
Eufemisme
Slide 22 - Quiz
In welke zin staat een Hyperbool?
A
Peter wordt gek van de jeuk.
B
Peter moet een kleine boodschap.
C
Toen Peter klaar was met het overschrijven van de Bijbel, zei hij: "Ach, een kleine moeite."
D
Peter heeft erge honger.
Slide 23 - Quiz
In welke zin staat een eufemisme?
A
Peter wordt gek van de jeuk.
B
Peter moet een kleine boodschap.
C
Toen Peter klaar was met het overschrijven van de Bijbel, zei hij: "Ach, een kleine moeite."
D
Peter sterft van de honger.
Slide 24 - Quiz
In welke zin staat een Understatement?
A
Peter wordt gek van de jeuk.
B
Peter moet een kleine boodschap.
C
Toen Peter klaar was met het overschrijven van de Bijbel, zei hij: "Ach, een kleine moeite."
D
Peter sterft van de honger.
Slide 25 - Quiz
Wij zijn genoodzaakt u te moeten ontslaan.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 26 - Quiz
Enkel en alleen is een vorm van
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 27 - Quiz
In deze witte sneeuw heb ik een zonnebril nodig.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 28 - Quiz
Pleonasme of tautologie?
De naakte nudist veroorzaakte nogal wat opschudding bij zijn onverwachte entree.
A
Pleonasme
B
tautologie
Slide 29 - Quiz
Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
tautologie
B
pleonasme
Slide 30 - Quiz
Hoe was het exact precies gegaan?
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 31 - Quiz
Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.
A
pleonasme
B
tautologie
Slide 32 - Quiz
More lessons like this
Stijlfiguren 3 H
December 2017
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Beeldspraak H1, 2, 3 Klas 2
February 2018
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
woordenschat H1 Vergelijking, metafoor, personificatie
September 2019
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HAVO 3 - NN6 - Woordenschat - Beeldspraak - H.3
December 2019
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
VWO 3 - Woordenschat h1
November 2018
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
v3 stijlfiguren 26 items
September 2020
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2A2 Woordenschat H1
August 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Beeldspraak 2hv
December 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2