Toets consumptief krediet, hypotheken en sparen

Bij de zorgverzekering is de basisverzekering verplicht vanaf 18 jaar
A
Ja
B
Nee
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bij de zorgverzekering is de basisverzekering verplicht vanaf 18 jaar
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quiz

Een aanvullende verzekering bij de zorgverzekering is verplicht
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Een inboedelverzekering is een schadeverzekering
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

Een vorm van een levensverzekering is een aansprakelijkheidsverzekering
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Vorig jaar was een brood €1,85 en nu €2,05. De procentuele verandering is
A
+10,8%
B
+9,8%

Slide 5 - Quiz

De koers van het aandeel is in een maand gestegen met 12%. Deze is nu €48,50. Vorige maand was deze?
A
€42,68
B
€43,30

Slide 6 - Quiz

Bij een consumptief krediet is er sprake van lenen met onderpand
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Geef drie vormen van consumptief krediet

Slide 8 - Open question

De lening is €5.000 en de looptijd vijf jaar. De rente is 5%. De jaarlijkse termijn is €1.154,87. hoeveel is de totale rente die betaald wordt?

Slide 9 - Open question

De lening is €7.500 en de looptijd vijf jaar. De rente is 4%. De jaarlijkse termijn is €1.684,70. Hoeveel is de rente van de tweede termijn en de schuldrest aan het begin van de derde termijn?

Slide 10 - Open question

Noem een voordeel en een nadeel van een lineaire hypotheek ten opzichte van een annuïteitenhypotheek

Slide 11 - Open question

Wat wordt bij de maanduitgaven bedoeld met de netto maanduitgaven?

Slide 12 - Open question

Uit welke drie pijlers bestaat het Nederlandse pensioenstelsel?

Slide 13 - Open question


Slide 14 - Open question

Mary Anne stort aan het begin van het jaar € 10.000 op een spaarrekening. De rente is 3,2% samengesteld interest. Hoeveel staat er aan het eind van jaar vier wanneer de rente is bijgeschreven?

Slide 15 - Open question

Jozef heeft over 12 jaar 25.000 nodig. De rente op de spaarrekening is 2,5% samengestelde interest. Hoeveel moet hij nu aan het begin van het jaar storten.

Slide 16 - Open question

Op 1 januari 2022 wordt er €5.000 gestort op een spaarrekening. De rente is 4% samengesteld interest. Wat is het saldo op 31 december 2031?
Op 31 december 2035 dient het bedrag €10.000 te zijn. Hoeveel dient er op 1 januari 2024 bijgestort te worden?

Slide 17 - Open question