Zuren en basen, par. 6.2 klas 4M

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

H6: zuren en basen 

Herhaling 6.2 en 6.3

Nieuw 6.4

Zuren zijn

1. metalen
2. moleculaire stoffen
3. zouten

Voor zuren geldt

1. pH = 7
2. pH < 7
3. pH > 7
4. pH = 0

Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik...

1. vet verwijderen
2. de vaat wassen
3. ramen lappen
4. kalk verwijderen

welke indicator is het meest geschikt om de ph van een stof te meten?

1. lakmoes rood
2. rodekoolsap
3. Fenolftaleïen
4. universeel indicatorpapier

Wat is het deeltje in een zuur?

1. H+
2. OH-
3. SO4 2-
4. NO3 1-

Zuur of base?

HNO​3​​

1. zuur
2. base

Zuur of base?

OH​−​​​​​

1. zuur
2. base

Is natronloog een zuur of een base?

1. zuur
2. base
3. neutraal

Wat is een belangrijke eigenschap van een zuur in zuur-base reacties?

1. Neemt H+ op
2. Staat H+ af
3. Neemt OH- op
4. Staat OH- af

Ammoniak in varkensstallen moet worden
verwijderd. Daarvoor leid je de stallucht door een
zwavelzuuroplossing. Geef de zuur-base reactie.

zuur-base-reacties

Roestige spijkers blinken weer na een nachtje
in Coca-Cola gelegen te hebben. In Coca-Cola zit
fosforzuur. Roest is ijzer(III)oxide, Fe2O3. Geef de zuur-base reactie.

Wat doet een zuur-base-indicator?

1. Deze laat zien wat de exacte pH-waarde is
2. Deze verkleurt bij een bepaalde pH-range
3. Deze neutraliseert de oplossing
4. Deze verkleurt alleen bij een zuur

Basen

Een zuur staat een H⁺-ion af

Een base neemt een H⁺-ion op

Volgende week

Maandag: SO naamgeving moleculaire/ionaire stoffen

Woensdag: opdrachten 6.1, 6.2, 6.3, 6.4 af

Donderdag: herkansing