Onderzoek naar beweging

Hoofdstuk 2.1
Onderzoek naar beweging
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2.1
Onderzoek naar beweging

Slide 1 - Slide

Bewegingen vastleggen
  • plaats,tijd-diagram
  • videometen
  • stroboscopische foto

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

verschil tussen plaats, verplaatsing en afgelegde weg

  • je plaats is een soort van coordinaat
  • de verplaatsing is het verschil in coordinaten
  • de afgelegde weg is hoe je van de ene plaats naar de andere plaats bent gekomen

Slide 5 - Slide

plaats
  • bijv. Ik sta 5 m voor de muur
  • of ik ben op 52,67 gr NB en 6,28 gr WL
  • Joep staat op de Rode Steen

Slide 6 - Slide

verplaatsing
  • Ik stond 5 m voor de muur en nu 10 m voor de muur. De VERPLAATSING is dan 5 m, ongeacht (!!!) hoe je van 5 m naar
    10 m voor de muur bent gelopen.
  • Dit doen we, voorlopig, 1-dimensionaal
  • Engels: displacement

Slide 7 - Slide

afgelegde weg
Ik stond 5 m voor de muur en nu 10 m voor de muur. De AFGELEGDE WEG is MINIMAAL 5 m.

Nu is het wel belangrijk hoe je bent verplaatst. 
Engels: distance

Slide 8 - Slide

afspraken (aantekening)
  • voor afgelegde weg gebruiken we s
  • voor plaats gebruiken we x
  • voor verplaatsing gebruiken we Δx (delta x)

Slide 9 - Slide

Joep fiets langs een rechte weg 500 m van huis naar school.
Hoe groot is de afgelegde weg?
A
0 m
B
500 m
C
1000 m

Slide 10 - Quiz

Joep fiets langs een rechte weg 500 m van huis naar school en weer terug.
Hoe groot is de verplaatsing?
A
0 m
B
500 m
C
1000 m

Slide 11 - Quiz

Beweging

Gemiddelde snelheid

Slide 12 - Slide

Hoofdstuk Beweging
Beweging - Gemiddelde snelheid
Beweging - Versnelling
Beweging - (x,t)-diagram
Beweging - (v,t)-diagram
Beweging - De raaklijn
Beweging - De oppervlaktemethode
Beweging - De valversnelling

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les kan je...

... rekenen met gemiddelde snelheid
... verplaatsing en tijdstoename op de juiste manier toepassen
... rekenen van m/s naar km/h en vice versa

Slide 14 - Slide

s = afgelegde weg
t  = tijd



Δx = verplaatsing
Δt  = tijd
v=ts
vgem=ΔtΔx=t2t1x2x1
(Gemiddelde) Snelheid (aantekening)


Slide 15 - Slide

Gemiddelde snelheid
Je hebt in het verleden de volgende formule geleerd voor de gemiddelde snelheid:

waarin:
vgem = snelheid (m/s)
s      = afstand (m)
t      = tijd (s)

Voortaan gebruiken we geen letter s meer voor de afstand, maar het volgende symbool: Δx. Dus wordt de formule herschreven als:

waarin:
vgem   = snelheid (m/s)
Δx      = afstandstoename (m)
Δt      = tijdstoename (s)




Het is beter om de letter s zo min mogelijk te gebruiken in de bovenbouw natuurkunde... 














vgem=ts
vgem=ΔtΔx=t2t1x2x1

Slide 16 - Slide

Verplaatsing & tijdstoename
In de formule op de vorige sheet staan de grootheden Δx voor verplaatsing en Δt voor tijdstoename.

De verplaatsingx) is de directe afstand tussen een locatie 1 (x1) en een locatie 2 (x2), zie afbeelding onder. 




De tijdstoename is de totaal verlopen tijd om van de verplaatsing te overbruggen tussen tijdstip 1 (t1) en tijdstip 2 (t2), zie afbeelding links. 

Hiernaast zie je 
een voorbeeld 
van een afgelegde 
weg door de Mars-
rover Opportunity 
door de tijd, 
waarin zowel Δx 
als Δt bepaald
kunnen worden.

Slide 17 - Slide

Eenheid van snelheid
De SI-eenheid voor de snelheid is meter per seconde, maar in het dagelijks leven wordt ook vaak kilometer per uur gebruikt. Het is belangrijk dat we deze eenheden in elkaar om kunnen schrijven.

Stel we willen 80 km/h omrekenen naar m/s. We rekenen dan eerst kilometer per uur om naar meter per uur:


Daarna rekenen we meter per uur om naar meter per seconde:



Stel we willen 22 m/s omrekenen naar km/h. We rekenen dan eerst meter per seconde om naar meter per uur:


Dan rekenen we om naar kilometer per uur:


We kunnen ook gebruik maken van het volgende ezelsbruggetje:
80 km/h=80000 m/h
606080000 m/h=22 m/s
22 m/s6060=80000 m/h
80000 m/h=80 km/h

Slide 18 - Slide

Eenparige versnelling
Als een voorwerp in een constant tempo versnelt of vertraagt, dan spreken we van een eenparige versnelling. In dit geval kunnen we de gemiddelde snelheid ook als volgt uitrekenen:


waarin: 
vgem = gemiddelde snelheid (m/s)
vb     = beginsnelheid (m/s)
ve     = eindsnelheid (m/s)




vgem=2vb+ve

Slide 19 - Slide

Plaats bepalen
  • Ultrasonde plaatssensor
  • Lichtpoortje

Slide 20 - Slide

ultrasone plaatssensor

Slide 21 - Slide

Lichtpoortje

Slide 22 - Slide