1.3 Sedimentatie T/H

1.3 Sedimentatie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.3 Sedimentatie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Leerdoelen
1. Nakijken 1.2 + afronden 1.2
2. Starten 1.3
3. Maken opdrachten
  • Je weet wat verweringsmateriaal en sedimentatie is.
  • Je begrijpt hoe het verweringsmateriaal gesorteerd wordt afhankelijk van de stroomsnelheid.
  • Je kunt beschrijven en verklaren wat er in de boven-, midden- en benedenloop van een rivier gebeurt.

Slide 2 - Slide

Nakijken 1.2
Opdr: 


Slide 3 - Slide

Mechanische verwering:
Stenen vallen uit elkaar in kleinere stukken, ze brokkelen af.

Chemische verwering:
Samenstelling van het gesteente verandert door invloed van water en zuren.
Herhaling

Slide 4 - Slide

Rivieren 
  • De meeste rivieren ontspringen in de bergen
  • Smeltwater en regenwater
  • Bovenloop, middenloop, benedenloop



.











Slide 5 - Slide

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Bovenloop
Middenloop
benedenloop

Slide 6 - Slide

middenloop
Hier zit je in het middelste gedeelte van de rivier
bovenloop
Het begin de rivier zit meestal in of op een berg
benedenloop
Het einde van de rivier. De benedenloop zit meestal lager dan het begin van de rivier.

Slide 7 - Slide

Bovenloop
In de bovenloop ligt veel verweringsmateriaal 

Op weg naar zee wordt dit materiaal
verder kapot gemaakt:
  • grind
  • zand
  • klei
= sedimenten die door verwering los zijn gekomen.

Slide 8 - Slide

De bovenloop 
In de bovenloop --> hoge stroomsnelheid --> veel erosie
(--> V-dalen ontstaan)

Slide 9 - Slide

De middenloop

Slide 10 - Slide

Middenloop

Slide 11 - Slide

De benedenloop 
Benedenloop
Laagvlakte
= Vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter.

Slide 12 - Slide

Benedenloop

Slide 13 - Slide

De benedenloop
  • Dit is een vlak gebied.
  • Water stoomt hier traag.
  • Het lichtere materiaal, zoals zand en klei blijven hier achter.

  • Soms overstroomt de rivier: al het grind, zand en klei zakt naar de bodem.

Slide 14 - Slide

Sedimentatie
= Het neerleggen van materiaal als de transportsnelheid van water, wind of ijs afneemt.
grind, zand en klei = sediment

Slide 15 - Slide

De Nederlandse Delta
Op plekken waar de Rijn, Maas en Schelde in zee uitmonden, komt de rest van het zand en klei in zee terecht.

Als dit lang genoeg doorgaat ontstaat er land.

Slide 16 - Slide

De Nederlandse Delta
Waar een rivier in zee uitmondt komt de rest van het zand en klei in zee terecht -> onderwater komen nieuwe lagen die langzaam dikker worden -> er ontstaat nieuw land = delta


= nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie waar een rivier in zee mondt. 

Slide 17 - Slide

De Nederlandse delta
Zandbanken
Duinen

Slide 18 - Slide

Les afsluiten
1. Je weet wat verweringsmateriaal en sedimentatie is.
2. Je begrijpt hoe het verweringsmateriaal gesorteerd wordt afhankelijk van de stroomsnelheid.
3. Je kunt beschrijven en verklaren wat er in de boven-, midden- en benedenloop van een rivier gebeurt.

Slide 19 - Slide

Les afsluiten
Maak van paragraaf 1.3 opdrachten:

Slide 20 - Slide

Benedenloop
Bovenloop
Middenloop

Slide 21 - Drag question

Wat is grind?
A
afgeronde stenen door slijten van een rivier
B
de kleinste korreltjes

Slide 22 - Quiz

Grind is zwaarder dan zand
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Wat is de bovenloop?
A
Eerste deel van een rivier
B
Laatste deel van een rivier
C
Middelste deel van een rivier
D
Tussen deel van een rivier

Slide 24 - Quiz

In de bovenloop stromen rivieren...
A
snel, omdat het gebied uit gesteente bestaat.
B
snel, omdat er veel reliëf is.
C
langzaam, omdat er weinig reliëf is.
D
langzaam, omdat het gebied uit zand en klei bestaat.

Slide 25 - Quiz

Bovenloop
Benedenloop
Middenloop

Slide 26 - Drag question

Wat zijn duinen?
A
Zandhopen aan de kust door de wind gevormd
B
Hopen aarde aangelegd door mensen
C
Door mensen gevulde zandzakken
D
Heuvels op Texel

Slide 27 - Quiz