Wie heeft mijn rode pop (met) zulke lange vlechten gezien?
Benoem het woord tussen haakjes.
Kies uit: bepaald lidwoord, onbepaald lidwoord, zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord, voorzetsel, bijwoord.