mögen = iets lekker of leuk vinden "ich mag dich"
dürfen = toestemming krijgen "ik mag zwemmen"
wollen = willen (niet per se beleefd) / möchten = zou graag willen (beleefd)
verschil sollen en müssen: sollen als iemand anders zegt dat je het moet doen vs. müssen als het noodzakelijk is