Spelling les 3 bijvoeglijk naamwoord

Spelling les 3
'Herkennen van het bijvoeglijk naamwoord'
1 / 10
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Spelling les 3
'Herkennen van het bijvoeglijk naamwoord'

Slide 1 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Het bijvoeglijknaamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 
Voorbeeld:
De lieve jongen.
De rode auto.
De zwarte hond. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Open je Chromebook en typ in bij google Lessonup code

Slide 4 - Slide

Het witte paard van Sinterklaas staat in de stal.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
Witte
B
staat
C
stal
D
Sinterklaas

Slide 5 - Quiz

Karlijn staat op haar nieuwe ski's.

A
Karlijn
B
Nieuwe
C
Ski's
D
Staat

Slide 6 - Quiz

Ze is klaar voor de steile afdaling.
A
Klaar
B
afdaling
C
steile
D
ze

Slide 7 - Quiz

Zij maakt een grote sneeuwpop.
A
Grote
B
sneeuwpop
C
maakt
D
zij

Slide 8 - Quiz

De pieten hebben rode veren op hun mutsen.
A
Pieten
B
mutsen
C
veren
D
rode

Slide 9 - Quiz

Aan de slag
Maak les 3 in je spelling schrift. 

Slide 10 - Slide