Rekenen groep 8 blok 5 les 6

Pluspunt 4 blok 5 les 6 (groep 8)
Welkom bij deze les.
We gaan aan de slag met contextsommen.
Daar zitten ook vaak procenten, breuken en kommagetallen in.
Daarom eerst een opwarmertje!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Pluspunt 4 blok 5 les 6 (groep 8)
Welkom bij deze les.
We gaan aan de slag met contextsommen.
Daar zitten ook vaak procenten, breuken en kommagetallen in.
Daarom eerst een opwarmertje!

Slide 1 - Slide

Deze kaartjes moeten in de volgende slide op volgorde van klein naar groot gezet worden. Gebruik eventueel een kladblaadje of kladschrift.
Tip: Reken alles om in procenten.

Slide 2 - Slide

4824
Sleep de kaartjes van klein naar groot.
0,4
52 %
     deel

Slide 3 - Drag question

Dit was het juiste antwoord.
Dit staat gelijk aan 40 %.
Dit staat gelijk aan 50 %.
Dit staat gelijk aan 52 %.  

Slide 4 - Slide

Deze kaartjes moeten in de volgende slide op volgorde van klein naar groot gezet worden. Gebruik eventueel een kladblaadje of kladschrift.
Tip: Reken alles om in kommagetallen.

Slide 5 - Slide

Sleep de kaartjes van klein naar groot.
103
40 %
0,380

Slide 6 - Drag question

Dit was het juiste antwoord.
Dit staat gelijk aan 0,300.
Dit staat gelijk aan 0,380.
Dit staat gelijk aan 0,400.  

Slide 7 - Slide

Deze kaartjes moeten in de volgende slide op volgorde van klein naar groot gezet worden. Gebruik eventueel een kladblaadje of kladschrift.
Tip: Reken alles om in percentages.

Slide 8 - Slide

Sleep de kaartjes van klein naar groot.
83
0,33
38 %

Slide 9 - Drag question

Dit was het juiste antwoord.

Dit staat gelijk aan 33%.
Dit staat gelijk aan 37,5%.
Dit staat gelijk aan 38%.  
41
= 25%
= 12,5 %, dus  
81
83
= 37,5%

Slide 10 - Slide

Dit was de opwarming.
De geoefende vaardigheden kun je in deze les goed gebruiken.

Het doel van les 6 is:

Slide 11 - Slide


In de volgende slide zie je een filmpje van een leerkracht. Hij behandelt het doel van de les, niet de opdrachten in het werkboek. 

Na dat filmpje behandel ik nog wat opgaven uit het werkboek. Je kunt per onderdeel naar de filmpjes kijken en tussendoor telkens zelf te bijbehorende opdrachten maken.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

even wat oefeningen.....
Speel op de volgende slide het filmpje af. Het opent in een nieuw tabblad. Na afloop kun je het weer wegklikken en verder in dit programma.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Wat is jouw antwoord?

Slide 16 - Open question

Het antwoord was 118,50 euro.
Had je een ander antwoord, kijk dan naar de uitleg op de volgende slide. Anders klik je door naar de volgende vraag.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Een nieuwe opgave in het volgende filmpje
Speel op de volgende slide het filmpje af. Het opent in een nieuw tabblad. Na afloop kun je het weer wegklikken en verder in dit programma.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Wat is jouw antwoord?

Slide 21 - Open question

Het antwoord was 200 euro.
Had je een ander antwoord, kijk dan naar de uitleg op de volgende slide. Anders klik je door naar de volgende vraag.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

De derde opgave in het volgende filmpje
Speel op de volgende slide het filmpje af. Het opent in een nieuw tabblad. Na afloop kun je het weer wegklikken en verder in dit programma.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Wat is jouw antwoord?

Slide 26 - Open question

Het antwoord was 70.
Had je een ander antwoord, kijk dan naar de uitleg op de volgende slide. Anders klik je door naar de volgende vraag.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

De volgende opgave maak je in je werkboek.
Kijk daarna pas naar de volgende slide.
Bedenk hoeveel delen verf je nodig hebt om oranje verf te maken.

Je kunt een verhoudingstabel tekenen om het uit te rekenen.

Slide 29 - Slide

Je had het zo kunnen doen:
8 delen
1 deel
3 delen
5 delen
1000 ml
125 ml
375 ml
625 ml
Of zo:

Slide 30 - Slide

Ga nu verder met de rest van je werkboek en met het werk via Gynzy. 
Let op dat je net als bij de oefenopgaven soms net andere informatie krijgt en dus het eindantwoord op een andere manier moet uitrekenen!
Als je er niet uitkomt, kun je dat aan mij doorgeven en via teams (bij ZuluConnect) inloggen tijdens het vragenuurtje.
Let op de volgende aanwijzingen:

Slide 31 - Slide