23-05-2023 V2B pw bespreken en start taaldorp

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


timer
4:00
Telefoon in de telefoontas of in je tas

Boek op tafel

Bonjour à tous!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel


timer
4:00
Telefoon in de telefoontas of in je tas

Boek op tafel

Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui:
- Proefwerk bespreken
- Planning doornemen + taaldorp

Slide 2 - Slide

Exercice A
gagner
meilleure
j'espère
tout le temps
l'hôpital
contre
jambe
légumes

Slide 3 - Slide

Exercice B
schaatsen
een plek/plaats
sinds
vorig jaar
ik rijd paard

Slide 4 - Slide

Exercice C

Slide 5 - Slide

Exercice D
Oui, je ne suis jamais malade.
Je m'entraine trois fois par semaine.

Slide 6 - Slide

Exercice E
Tu vas voir le docteur?
J'ai le pied cassé.
il a rendez-vous cet après-midi.
Qu'est-ce que tu fais comme sport?
Je mange beaucoup de fruits.

Slide 7 - Slide

Exercice F
Tu es souvent malade?
Est-ce que tu es souvent malade?
Elle est au club de sport?
Est-ce qu'elle est au club de sport? 

Slide 8 - Slide

Exercice G
quand
combien
pourquoi
comment

Slide 9 - Slide

Exercice H
il n'a pas de cadeau pour toi.
Ma soeur ne travaille jamais.
il n'y a pas de solution.
Tu n'as rien mangé
Ce n'est plus mon magasin préféré.

Slide 10 - Slide

Exercice I
téléphone
bougez
rentre
participons
traitent

Slide 11 - Slide

Exercice J
vous faites
ils/elles vont
vous êtes
nous avons/ on a
il fait

Slide 12 - Slide

Planning t/m einde schooljaar
- Donderdag 8 juni -> SO ABCD hoofdstuk 6
(geen opdrachten, alléén 1 les grammatica uitleg)

- Dinsdag 20 juni -> Taaldorp

- Ergens tussen 28 juni-5 juli (toetsweek) -> PW hoofdstuk 6 
(geen opdrachten, alléén 1 les grammatica uitleg)

Slide 13 - Slide

Donderdag 8 juni
SO ABCD hoofdstuk 6

- Voca A + B (p.80)
- Phrases-clés C (p.82)
- Grammaire D (p.83)
- Les verbes être, avoir, aller et faire
- Werkwoorden op -er


Slide 14 - Slide