2AHA+2HA - chapitre 2 - les 8

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui
  • Herhalen bron G
  • Bron I - ontkenningen
  • Opdrachten nakijken
Jeudi
3
décembre
Doelen: aan het einde van deze les weet je hoe je een zin in het Frans vragend maakt en heb je geoefend met de leerstof van hoofdstuk 2

Slide 2 - Slide

Bron G oefenen
Ga naar Verbuga.eu

Werkwoord: pouvoir

Tijden: présent
               passé composé

Slide 3 - Slide

De ontkenning - herhaling klas 1


1. Bekijk het filmpje

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De ontkenning - herhaling klas 1

1. Bekijk het filmpje
2. Maak nu opdracht 30 b + c op blz. 72

Slide 6 - Slide

Exercice 30b
1 Marco est malade.
2 Il a très mal au ventre.
3 Mais il mange bien.
4 Et il peut dormir.
5 Marco dort longtemps.
6 Mais, il est très fatigué.

Exercice 30c
1 Marco n’est pas malade.
2 Il n’a pas très mal au ventre.
3 Mais il ne mange pas bien.
4 Et il ne peut pas dormir.
5 Marco ne dort pas longtemps.
6 Mais, il n’est pas très fatigué.

Slide 7 - Slide

De ontkenning - 
klas 2


1. Bekijk het filmpje

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

De ontkenning - klas 2

1. Bekijk het filmpje
2. Maak nu opdracht 30d, 31 a + b op blz. 73 wb
3. vwo: opdracht 30e

Slide 10 - Slide

Exercice 30d
1 Anaïs en Lisa gaan niet meer naar de McDonalds.
2 Bij McDonalds lusten zij niets.
3 Omdat zij nooit hamburgers eten.
4 Zij hebben nog geen salade bij de McDonalds gegeten.


Exercice 31a
1 Vous n’êtes jamais malades?
2 Nous n’avons plus été malades depuis l’hiver.
3 Tu ne manges rien?
4 Non, je ne mange jamais de viande.
5 Tu n’as pas encore fait tes devoirs de biologie?

Slide 11 - Slide

Exercice 31b
1 Tu n’as pas encore mangé à la cantine?
2 Je ne vais jamais manger à la cantine.
3 Tu ne vas rien manger?
4 Je ne veux pas manger.
5 Julie ne va-t-elle plus faire de sport?
6 Elle n’a jamais fait de sport.



VWO - Exercice 30e
1 Non, elle n’a pas de fièvre.
2 Non, je ne prends pas de médicaments.
3 Non, je ne mange pas de fruits.
4 Non, je n’ai pas d’aspirine (pour toi).
5 Non, ils n’ont pas de médecin au collège.
6 Non, il ne fait pas de sport.

Slide 12 - Slide

Klaar?
1. Oefen de woordjes op Quizlet
2. Ga naar slimstampen en oefen I grammaire

Huiswerk = leren voca H

Slide 13 - Slide