W+E 1: Arbeid (2021)

Arbeid en energie.
1. Arbeid
Methode: 
-Filmpjes Ralph Meulenbroeks (via deze LessonUp)
-Natuurkunde Uitgelegd (voor samenvatting en opgaven Foton)
-Wetenschapsschool (voor extra uitleg en opgaven)

Lentiz Reviuslyceum. Versie 26-8-2020
M. van Aken
Opgaven Foton
Energie & Arbeid
HAVO: 1 t/m 10
VWO: 1 t/m 9
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Arbeid en energie.
1. Arbeid
Methode: 
-Filmpjes Ralph Meulenbroeks (via deze LessonUp)
-Natuurkunde Uitgelegd (voor samenvatting en opgaven Foton)
-Wetenschapsschool (voor extra uitleg en opgaven)

Lentiz Reviuslyceum. Versie 26-8-2020
M. van Aken
Opgaven Foton
Energie & Arbeid
HAVO: 1 t/m 10
VWO: 1 t/m 9

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
-Je kent de natuurkundige betekenis van het begrip 'Arbeid'.
-Je kunt werken met de formule van arbeid
-Je kent de 2 eenheden van Arbeid
-Je kunt de arbeid in verschillende situaties uitrekenen.

Slide 2 - Slide

19

Slide 3 - Video

05:08
Het volgende deel is wat arbeid betreft VWO-stof.
Er komen echter veel zaken aan bod van de helling en het ontbinden van krachten, die ook voor de HAVO gelden.

Wat arbeid betreft, mag de HAVO dus werken met W = F.s
Het VWO kan ook met de uitgebreide formule moeten werken.
Deze wordt in het vervolg van het filmpje afgeleid.

Slide 4 - Slide

00:41
De termen 'massa' en 'gewicht' worden vaak door elkaar gehaald. Welke is natuurkundig de juiste?
A
massa
B
gewicht
C
geen van beiden
D
ze bestaan beiden in de natuurkunde

Slide 5 - Quiz

00:41
Een zak van 20 kg staat op een tafel. Wat is het verschil tussen de massa en het gewicht van deze zak?

Slide 6 - Open question

01:10
Welke fout maakte Ralph in zijn onderbreking van het filmpje?

Slide 7 - Open question

03:42
W = F s
Hieruit volgt als eenheid van arbeid:
A
N s
B
kg m
C
kg s
D
N m

Slide 8 - Quiz

04:15
Joule is blijkbaar ook een eenheid van Arbeid. Van welke grootheid is Joule nog meer een eenheid?

Slide 9 - Open question

04:33
Je trekt met een kracht van 50 N een blok horizontaal vooruit over 70 m. Bereken de arbeid die je verricht. Denk aan A.L.L.E.S.

Slide 10 - Open question

04:33
Bij een parachutist verricht de aanwezige luchtwrijvingskracht over een afstand van 1,3 km een (negatieve) arbeid van 0,35 MJ. Bereken de (gemiddelde) grootte van de luchtwrijvingskracht. Denk aan A.L.L.E.S.

Slide 11 - Open question

04:33
Een auto wordt met een kracht van 800 N over een bepaalde afstand voortgeduwd. Hierbij wordt een arbeid van 58 10³ Nm verricht.
Bereken de afstand die is afgelegd. Denk aan A.L.L.E.S.!

Slide 12 - Open question

05:39
Wat Ralph hier de 'projectie' van de kracht noemt, is het ontbinden van de kracht in een bepaalde richting (in dit geval de horizontale richting).

Slide 13 - Slide

06:03

ZIe de figuur hiernaast. De F en Fhor zitten in een rechthoekige driehoek. De overstaande (O), aanliggende (A) en schuine (S) zijde zijn aangegeven. Hieruit volgt met 'SOS, CAS, TOA' voor het verband tussen Fhor en F:
A
Fhor = F x sin(α)
B
Fhor = F x cos(α)
C
Fhor = F x tan(α)
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 14 - Quiz

07:14
Als de kracht en de bewegingsrichting in DEZELFDE richting zijn, dan geldt voor de hoek α:
A
α = 180 °
B
α = 90 °
C
α = 0 °
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 15 - Quiz

07:14
Als de kracht en bewegingsrichting in dezelfde richting zijn, geldt α = 0 °.
Hierdoor verandert de formule W = F s cos α in...
(wat geeft cos (0) als antwoord?)
A
W = 0
B
W = F s
C
W = - F s
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 16 - Quiz

07:14
Als de kracht en bewegingsrichting in precies tegengestelde richting zijn, geldt α = 180 °.
Hierdoor verandert de formule W = F s cos α in...
(wat geeft cos (180) als antwoord?)
A
W = 0
B
W = F s
C
W = - F s
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 17 - Quiz

07:14
Als de kracht en bewegingsrichting precies loodrecht op elkaar staan, geldt α = 90 °.
Hierdoor verandert de formule W = F s cos α in...
(wat geeft cos (90) als antwoord?)
A
W = 0
B
W = F s
C
W = - F s
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 18 - Quiz

07:14
Als je op de vorige vragen 'het goede antwoord staat er niet bij' had ingevuld, staat je rekenmachine waarschijnlijk verkeerd ingesteld (op radialen i.p.v. op graden). 

Ze je rekenmachine op graden (mode, mode... tot je DEG-RAD-GRAD ziet en dan kiezen voor DEG) en maak de opgaven opnieuw.

Slide 19 - Slide

09:43
Hoeveel graden is een rechte hoek?
A
45°
B
60°
C
90°
D
100°

Slide 20 - Quiz

09:43
Hoe groot zijn alle hoeken samen in een driehoek?
A
90°
B
100°
C
160°
D
180°

Slide 21 - Quiz

09:43
Stel de hoek α is 70°.
De rechte hoek is (altijd) 90°.
Hoe groot is dan de hellingshoek '?' ?
Laat je berekening zien.

Slide 22 - Open question

Maak een samenvatting van de theorie en lever een foto hiervan in. De samenvatting omvat in ieder geval (een antwoord op) de leerdoelen.

Slide 23 - Open question

Hieronder kan je je gemaakte opgaven van 'Foton' inleveren.

Slide 24 - Open question

Verwerkingsopgaven
Beweging 1. Begrippen, formules en diagrammen.
Gebruik bij berekeningen altijd het stappenplan:
0.  Gevraagd (grootheid en eenheid)
1.   Gegevens (eventueel omrekenen)
2.   Formules (eventueel omschrijven)
3.   Berekeningen
4.  Antwoord (grootheid, eenheid, significantie)
Voorbeeld:
Je rijdt 10 minuten op je fiets met 18 km/h. Bereken de afstand die je aflegt in m.
0. s = ? m
1. s = v t
2. v = 18 km/h = 5 m/s  | t = 10 minuten = 600 s
3. s =  v t = 5 x 600 = 3000
4. s = 3,0 10³ m (of 3 km, wat logisch is met 10 minuten en 18 km/h)

Slide 25 - Slide

Vragenboekje Foton

Maak vragen 1 t/m 7 uit het boekje.

Slide 26 - Slide

Je kunt hier je gemaakte vragen 1 t/m 4 van Foton inleveren

Slide 27 - Open question

Je kunt hier je gemaakte vragen 5 t/m 7 van Foton inleveren

Slide 28 - Open question

Als je nog vragen of opmerkingen over de opgaven hebt, kun je die hier kwijt.

Slide 29 - Open question

Hieronder kun je de vragen die je over dit stuk theorie en de gemaakte opgaven hebt doorgeven.

Slide 30 - Open question