KT1 Module 3 Les 2 Allergie

Anatomie, Fysiologie en Pathologie




Periode 3
BBL DA1V
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Anatomie, Fysiologie en Pathologie




Periode 3
BBL DA1V

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesindeling
  1. Welkom + Osiris (5 min.)
  2. Lesindeling en lesdoelen (5 min.)
  3. Theorie 
  4. Huiswerk en afsluiting (5 min)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Je weet hoe een allergische reactie ontstaat en welke processen in het lichaam plaatsvinden

Je kent de geneesmiddelen die bij een allergie kunnen worden voorgeschreven/gebruikt


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Literatuur
Medische terminologie, anatomie en fysiologie hoofdstuk 14

Medische Kennis, hoofdstuk 12

Inleiding Medische Kennis hoofdstuk 8

Geneesmiddelenkennis voor doktersassistenten, hoofdstuk 5 & 9.2

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Allergie
Kwart van de Nederlandse bevolking heeft er last van. Dit percentage neemt toe.
Het lichaam reageert op een specifieke manier op een prikkel. Normaal is deze niet schadelijk, maar nu wel. Prikkel heet allergeen.
 Allergeen is bijvoorbeeld huisstofmijt, pollen, kiwi, nootjes, mug.

Allergie: last van eigen afweer systeem. Je maakt antistoffen tegen een allergeen= ontstekingsreactie. NIET: overgevoelig zijn/ ergens niet tegen kunnen


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Allergie ontwikkelen
Het lichaam ontwikkelt een allergie, sensibilisatie. Dit kan jaren duren.  
1. Het allergeen stimuleert de bloedcellen om IgE te produceren
2: IgE = immunoglobuline (eiwit) = antistof
3: De combinatie  van allergeen (bijv. pollen) en antistof (IgE), hecht aan een mestcel, maakt deze kapot en daardoor komt histamine vrij

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Mestcellen
Mestcellen liggen overal in je huid. 
Deze cellen bevatten een reservoir 
antistoffen welke worden losgelaten 
als een ontstekingsreactie wordt 
opgewekt. Histamine is de bekendste
antistof in een mestcel.

Slide 7 - Slide

Normale functie histamine: zorgt voor weefselherstel bij een ontsteking, bevordert aanmaak adrenaline, zorgt voor hersenfunctie alert zijn, maagzuurproductie

Wat zijn allergenen?
Allergenen zijn in principe onschadelijke stoffen die van buiten het lichaam afkomstig zijn. Afhankelijk van de manier waarop men er mee in aanraking komt, kunnen allergenen onderverdeeld worden in zes categorieën:
Inhalatieallergenen, pollen van grassen en bomen of huisstofmijten
-Voedingsmiddelen, koemelk, kippenei of pinda’s
-Insectengif, wespen- en bijensteken
-Geneesmiddelen, antibiotica
-Contactallergenen, nikkel in horlogebandjes
-Beroepsallergenen, tarwemeel bij bakkers

Slide 8 - Slide

De meeste allergenen bestaan uit eiwitten die gewoon in de natuur voorkomen. Nadat deze stoffen het lichaam zijn binnengekomen (via de neus, de mond en/of de huid) kunnen ze, bij mensen die daarvoor gevoelig zijn, allergische klachten veroorzaken
Inhalatie allergeen
Voedingsmiddelen
Insecten gif
Geneesmiddelen
Contactallergeen
Beroepsallergeen
pollen
koemelk of pinda's
wespensteek
penicilline 
nikkel (bijv. in sieraden)
tarwemeel bij bakkers

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Allergie
Allergische klachten worden veroorzaakt doordat allergenen het afweersysteem prikkelen (allergene prikkels).

In veel gevallen treden de klachten daar op waar het allergeen het lichaam binnen komt.

Slide 10 - Slide

Wanneer nikkel bijvoorbeeld in contact komt met de huid vindt de allergische reactie in de huid plaats. Daarentegen geven pollen van grassen of bomen die het lichaam via de neus binnenkomen klachten zoals niezen en jeuk aan de neus.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vervolg
Mestcellen: liggen overal in je huid. Deze cellen bevatten een reservoir antistoffen welke worden losgelaten als een ontstekingsreactie wordt opgewekt. Histamine is de bekendste antistof in een mestcel.
Voorbeeld: hooikoorts is een ontsteking van de neus slijmvliezen

Slide 12 - Slide

Normale functie histamine: zorgt voor weefselherstel bij een ontsteking, bevordert aanmaak adrenaline, zorgt voor hersenfunctie alert zijn, maagzuurproductie

Histamine en gevolgen
1: Vaatverwijding (vasodilatie) van de bloedvaten in de huid, waardoor de bloeddruk daalt
2: Vernauwing van de bronchiën in de longen, geeft benauwdheid
3: Afname van de hartactiviteit, waardoor de bloeddruk daalt
4: Zwelling en roodheid van de huid

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Type I-allergie
Directe allergie; geen reactie bij het eerste contact met het allergeen, maar na sensibilisering wel. Doordat je al antistoffen hebt gemaakt.
Voorbeelden :
Loopneus = allergische rhinosinusitis 


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Andere voorbeelden
Tranenvloed ogen = allergische conjunctivitis – hooikoorts
Astma = allergische bronchitis
Voedselallergie; zwelling mond of keel/ buikklachten
Allergeen in het bloed – histamine leidt tot netelroos= urticaria
Allergisch eczeem: constitutioneel/ atopisch eczeem ( erfelijke factor)
Bij baby’s dauwworm 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Allergie
  • Er zijn meerdere typen allergische reacties. De allergische reactie die de typische klachten van o.a. hooikoorts veroorzaakt, is een type 1 reactie. Bij deze allergische reactie zijn zogenaamde IgE antilichamen betrokken.

  • Wanneer men voor het eerst in contact komt met een allergeen, zal het lichaam nog niet reageren, maar wel IgE antilichamen produceren. Dit contact kan overigens al voor de geboorte plaatsvinden. Dit proces heet sensibilisatie. Sensibilisatie is nodig om uiteindelijk tot een allergische reactie te komen. Bij een tweede contact met hetzelfde allergeen herkennen de IgE antilichamen het allergeen en komen direct in actie. Binnen enkele minuten zullen de typische allergische klachten in de neus, ogen, longen en/of huid zich voordoen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Type IV allergie = vertraagde allergie
  • Allergie uiting komt pas dagen na contact met allergeen. Eerst moet je ook wel weer gesensibiliseerd zijn.
  • De meest voorkomende type-IV-vertraagd-overgevoeligheidsreactie gaat gepaard met eczeem: rode, geïrriteerde, jeukende huid. Veelvoorkomend is nikkelallergie, die uitslag kan geven bij oorbellen en andere sieraden of de gesp van een broekriem. Parfumallergie behoort ook tot type IV allergie.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hoe kom je erachter welke allergie je hebt?
1. Bloedonderzoek
2. Huidpriktest
3. Provocatieonderzoek
4. Plakproef

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Behandelingen
Voorkomen is beter dan genezen

1. Antihistaminica
2. Corticosteroïden
3. Histamine-afgifteremmende stoffen
4. Desensibilisatie/ hyposensibilisatie

Slide 20 - Slide

1. Antihistaminica blokkeren de aangrijpingsplaatsen van histamine. Eerste keuze geneesmiddel
2. Corticosteroïden, onderdrukken immuunsysteem en ontstekingsreacties
3. Histamine-afgifteremmende stoffen. Preventief ook wel mestcelstabilisatoren genoemd
4. Desensibilisatie/ immunotherapie, letterlijk betekent dit minder gevoelig maken voor


Antihistaminica:
 
cetirizine
desloratadine
levocabastine
Blokkeren de aangrijpingsplaatsen van histamine en zijn daardoor effectief  bij allergische rinitis, allergische conjunctivitis en urticaria

Eerste keus bij allergische aandoeningen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

I.v.m. ontstekingsremmende eigenschappen. Deze middelen onderdrukken de heftigheid van de allergische reactie.

lokaal (bijv puffer of neusspray) of systemisch (oraal)

Corticosteroïden beclometason
 fluticason
 budesonide
 mometason

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Mestcel-stabilisatoren: cromoglicinezuur


Werken preventief bij allergische aandoeningen, omdat ze remmend werken op de afgifte van histamine bij het uiteenvallen van de mestcel. Als de allergische reactie al op gang is gekomen, heeft gebruik van deze stof geen zin

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Desensibilisatie/ hyposensibilisatie
Letterlijk betekent dat minder gevoelig maken. Als bekend is waarvoor iemand overgevoelig is, kan geprobeerd worden het lichaam langzaam te laten wennen aan deze allergische stof. 

Slide 24 - Slide

In theorie lijkt hyposensibiliseren dé oplossing voor alle allergiepatiënten. In de praktijk valt het resultaat vaak flink tegen. Uitsluitend voor inhalatieallergenen, en dan met name pollen, is het resultaat redelijk gunstig. Als injecties worden Alutard ®, Pharmalgen ®, Pollinex ® of Purethal ® gebruikt, voor oraal gebruik is er Grazax ®. Voorwaarde voor toepassing is wel dat de patiënt voor slechts enkele pollen overgevoelig is. Ook hyposensibilisatie voor bijen- of wespensteken is redelijk effectief. Een hyposensibilisatiekuur duurt meestal een aantal jaren

Slide 25 - Link

Oefenen met de geneesmiddelen

Bij tijd over is er ook nog een kruiswoordpuzzel op Y-schrijf/Cumlaude
Anafylactische shock

Slide 26 - Slide

Wat is het?
Kun je een voorbeeld noemen?
Wat gebeurt er? 
Anafylactische shock
Heftige allergische reactie = anafylaxie, opzwellen weefsel in strottenhoofd, astma-aanval, vasodilatatie van grote bloedvaten waardoor RR extreem daalt en de patiënt in shock raakt.


Slide 27 - Slide

vasodilatie = verwijden
Anafylactische shock 
  • Vooral noten en pinda allergie kan heel gevaarlijk zijn
  • zelfs de dood tot gevolg 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

anafylactische shock
  • Een shock kan ook veroorzaakt worden door een allergische reactie. 
  • Symptomen anafylactische shock: lage bloeddruk, duizeligheid, flauwte, zwelling van het gezicht en de luchtwegen, jeuk, braken, angst, ademhalingsmoeilijkheden. 

  • Bel ook dan gelijk 112. 
  • Iemand die er mee bekend is heeft meestal een Epipen bijzich. 
  • De Epipen mag je alleen zetten als het slachtoffer/de cliënt jouw toestemming heeft gegeven deze te gebruiken. 

  • Een Epipen bevat adrenaline, waardoor de allergische reactie wordt uitgesteld. 

Wat is een anafylactische shock?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent dat nu?!

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De Epipen
  • Wat doet adrenaline? (epinefrine)
  • De epipen Auto-injector is een injectiespuit die gevuld is met adrenaline. Adrenaline is een hormoon dat de bloedvaten vernauwt en de luchtwegen verwijdt. Klachten als gevolg van een allergische reactie worden op deze manier (tijdelijk) opgeheven

Slide 31 - Slide

De EpiPen Auto-Injector is een noodmiddel dat wordt gebruikt in geval van een acute en zeer ernstige allergische reactie. Deze kan bijvoorbeeld worden uitgelokt door het eten van een bepaald voedingsmiddel, een insectenbeet (wespensteek) of een medicijn. Bij een ernstige allergie kan het lichaam zo sterk op deze prikkels reageren dat er een zogenaamde anafylactische shock optreedt. Symptomen hiervan zijn sterke bloeddrukdaling, kortademigheid, benauwdheid, hevige huiduitslag, maagdarmklachten, zwelling van tong, moeite met slikken, hartklachten en flauwvallen. Door direct adrenaline toe te dienen met de EpiPen Auto-Injector worden deze klachten (tijdelijk) bestreden. Patiënt moet opgenomen worden.

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Volgende les
KNO

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Maak de opdrachten
 
Klaar? Ga dan verder met MBO leren.

Verplicht! e-Xpert MBO: Pathologie Gehoor en visusproblemen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions