AFP 3.2.8 Allergische reactie



Allergische reacties 

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Allergische reacties 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les:

Je weet hoe een allergische reactie ontstaat en welke processen in het lichaam plaatsvinden
Inleiding medische kennis H 8
  
Je kent de geneesmiddelen die bij een allergie kunnen worden voorgeschreven/gebruikt
Geneesmiddelenkennis H 9.2

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Allergie
Overdreven reactie van het afweersysteem;
Het lichaam reageert op een specifieke manier op een prikkel. Normaal is deze niet schadelijk, maar nu wel. 
Prikkel heet allergeen.

Slide 3 - Slide

Kwart van de Nederlandse bevolking heeft er last van. Dit percentage neemt toe
Allergenen
Allergenen zijn in principe onschadelijke stoffen die van buiten het lichaam afkomstig zijn. 

Mensen die een allergie hebben reageren hier anders op. 



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

pollen
koemelk of pinda's
wespensteek
penicilline 
nikkel (bijv. in sieraden)
tarwemeel bij bakkers
Inhalatie allergeen
Voedingsmiddelen
Insecten gif
Geneesmiddelen
Contactallergeen
Beroepsallergeen

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Allergenen, vervolg..
In veel gevallen treden de klachten daar op waar het allergeen het lichaam binnen komt.



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke allergische reacties ken je?

Slide 7 - Mind map

Loopneus = allergische rhinosinusitis 
Tranenvloed ogen = allergische conjunctivitis – hooikoorts
Astma = allergische bronchitis
Voedselallergie; zwelling mond of keel/ buikklachten
Allergeen in het bloed – histamine leidt tot netelroos= urticaria
Allergisch eczeem: constitutioneel/ atopisch eczeem 
allergie ontwikkelen
Het lichaam ontwikkelt een allergie, sensibilisatie. Dit kan jaren duren.  
1. Het allergeen stimuleert de bloedcellen om IgE te produceren
2: IgE = immunoglobuline (eiwit) = antistof
3: de combinatie  van allergeen (bijv. pollen) en antistof (IgE), hecht aan een mestcel, maakt deze kapot en daardoor komt histamine vrij

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Mestcellen
liggen overal in je huid. 
Deze cellen bevatten een reservoir 
antistoffen welke worden losgelaten 
als een ontstekingsreactie wordt 
opgewekt. Histamine is de bekendste
antistof in een mestcel.

Slide 9 - Slide

Normale functie histamine: zorgt voor weefselherstel bij een ontsteking, bevordert aanmaak adrenaline, zorgt voor hersenfunctie alert zijn, maagzuurproductie

Histamine en gevolgen
  1: Vaatverwijding (vasodilatie) van de bloedvaten in de huid, waardoor de bloeddruk daalt
2: Vernauwing van de bronchiën in de longen, geeft benauwdheid
3: Afname van de hartactiviteit, waardoor de bloeddruk daalt
4: Zwelling en roodheid van de huid

Slide 10 - Slide

Typerend voor allergie is de jeuk. Bij jeuk in de neus is de kans op allergie als oorzaak relatief groot. De conjunctivae (oogbindvliezen) kunnen door de ontsteking rood worden en branderig of jeukerig aanvoelen. Er kan sprake zijn van tranenvloed. Dit is allergische conjunctivitis. Ook in de bronchiën (lagere luchtwegen) kunnen allergische reacties optreden. Door ontstoken luchtpijptakjes gaat de patiënt hoesten. Dit is dus een bronchitis als gevolg van allergie. De patiënt kan door vernauwing van de bronchiën kortademig worden, wat soms leidt tot een aanval. Zo’n aanval wordt astma genoemd. Bij voedselallergie kunnen de lippen opzwellen, kan er jeuk in de mond optreden en de patiënt kan bijvoorbeeld misselijk worden of buikpijn krijgen. Allergeen kan ook in het bloed terechtkomen en via het bloed invloed hebben op de huid. Het vrijkomende histamine kan bijvoorbeeld leiden tot netelroos, ofwel galbulten. 

Behandelingen
1. Antihistaminica
2. Corticosteroïden
3. Histamine-afgifteremmende stoffen
4. Desensibilisatie/ hyposensibilisatie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Antihistaminica:
 
cetirizine
 desloratadine
 levocabastine
Blokkeren de aangrijpingsplaatsen van histamine en zijn daardoor effectief  bij allergische rinitis, allergische conjunctivitis en urticaria

Eerste keus bij allergische aandoeningen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

I.v.m. ontstekingsremmende eigenschappen. Deze middelen onderdrukken de heftigheid van de allergische reactie.

lokaal (bijv puffer of neusspray) of systemisch (oraal)

Corticosteroïden beclometason
 fluticason
 budesonide
 mometason

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Mestcel-stabilisatoren: cromoglicinezuur


Werken preventief bij allergische aandoeningen, omdat ze remmend werken op de afgifte van histamine bij het uiteenvallen van de mestcel. Als de allergische reactie al op gang is gekomen, heeft gebruik van deze stof geen zin

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Desensibilisatie/ hyposensibilisatie
Letterlijk betekent dat minder gevoelig maken. Als bekend is waarvoor iemand overgevoelig is, kan geprobeerd worden het lichaam langzaam te laten wennen aan deze allergische stof. 

Slide 15 - Slide

In theorie lijkt hyposensibiliseren dé oplossing voor alle allergiepatiënten. In de praktijk valt het resultaat vaak flink tegen. Uitsluitend voor inhalatieallergenen, en dan met name pollen, is het resultaat redelijk gunstig. Als injecties worden Alutard ®, Pharmalgen ®, Pollinex ® of Purethal ® gebruikt, voor oraal gebruik is er Grazax ®. Voorwaarde voor toepassing is wel dat de patiënt voor slechts enkele pollen overgevoelig is. Ook hyposensibilisatie voor bijen- of wespensteken is redelijk effectief. Een hyposensibilisatiekuur duurt meestal een aantal jaren
Type 1 allergie en type IV allergie (is vertraagde allergie) komen het meeste voor

Type 1 is een directe reactie, type IV vertraagd (vaak is dit eczeem wat na een paar dagen kan optreden)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Anafylactische shock
Heftige allergische reactie = anafylaxie, opzwellen weefsel in strottenhoofd, astma-aanval, vasodilatie van grote bloedvaten waardoor RR extreem daalt en de patiënt in shock raakt: - hoge hartslag - verward - eerst nog bij kennis - angstig - bleek - later bewusteloos met mogelijk letale afloop

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Epipen
De EpiPen Auto-Injector is een injectiespuit die gevuld is met adrenaline. Adrenaline is een hormoon dat bloedvaten vernauwt en de luchtwegen verwijdt. Klachten als gevolg van een hevige allergische reactie worden op deze manier (tijdelijk) opgeheven.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions