les 2

Welkom bij methodisch werk!
- Zit je achter je pc met je telefoon naast je? (LessonUp)
- In een rustige ruimte?

... Dan kunnen we beginnen :-) 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij methodisch werk!
- Zit je achter je pc met je telefoon naast je? (LessonUp)
- In een rustige ruimte?

... Dan kunnen we beginnen :-) 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

spreuken 4: 18-23
18 Maar het pad der rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en lichtende tot den vollen dag toe.


19 De weg der goddelozen is als donkerheid, zij weten niet, waarover zij struikelen zullen.

20 Mijn zoon! merk op mijn woorden, neig uw oor tot mijn redenen.

21 Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in het midden uws harten.

22 Want zij zijn het leven degenen, die ze vinden, en een medicijn voor hun gehele vlees.

23 Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens. (bron van je leven)

Je hart 'besluit' -                                     Schatkamer: je 'bewaart' er dingen   -                                    bescherm je hart: focus op het juiste.




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Ps. 119:14 (berijmd):

Bewaar mijn oog, dat niet de valse schijn,
dat niet de lege vreugd mijn hart bewege.
Slechts in uw spoor kan leven leven zijn.
Vestig mijn aandacht op de rechte wegen.
Doe uw beloften onverwrikbaar zijn,
immers ik ben  tot uw dienst genegen.





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dit gaan we doen:                   hoe:
1. ontwikkelingsgericht  werken: 
zone van de naaste ontwikkeling!                                                                  bespreken
2. je kunt een agogisch doel en werkdoel maken                           oefenen casus
3. je denkt na over de competenties die jij nodig hebt om de juiste begeleiding te bieden                                                                                                    (2-tal)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Reageer: Een kind leert en groeit 'vanzelf' op.
  • nee, want het kind leert door:
  • contact/interactie met andere kinderen
  • eigen manier meedoen: 'imiteren'
  • volwassenen betrekken/helpen
  • gevarieerde omgeving
  • ontwikkeling centraal: let op, niet leeftijd!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

ontwikkelingsgericht werken:
3 aandachtspunten:
  • interesse
  • behoeften
  • ontwikkeling

Slide 6 - Slide

Je richt je op de interesses van het kind (aansluiting)
Je richt je op de behoeften van het kind (emotioneel veilig en vertrouwd)
Je richt je op de ONTWIKKELING van het kind!

Slide 7 - Slide

kun jij een voorbeeld bedenken van situatie waarbij jij/ of iemand in je omgeving in de rode cirkel zat: paniekzone?

In welke zone ben je aan het werk bij het uitvoeren van de activiteit? (periodeopdracht?)

schrijf op een papiertje de 3 zones en jouw situatie in het begeleiden van activiteiten. (wat kun jij al makkelijk, en waar raak je van in paniek. Daartussen: zit voor jouw een haalbare uitdaging) 

Slide 8 - Slide

scaffoliding: tijdelijke 'stijger'. 

leren onder begeleiding: hoge betrokkenheid. voordoen/samendoen/meespelen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions







casus:
Als Tina een peuter van twee jaar is begint ze met tekenen. Het tekenen begint met krassen, eerst vooral in het midden van het vel tekenpapier. Een jaar later trek Tina ook lijnen op het papier en ze begint met  rondjes tekenen. Het lijkt erop dat Tina nog niet zo bezig is met wat ze precies gaat tekenen of schilderen. Je wilt haar een beetje uitdagen. Hoe zou je Tina kunnen stimuleren haar tekenvaardigheden te vergroten? 

extra info: rond hun vierde jaar  beginnen  kinderen ook herkenbare figuren te tekenen. Meestal is dat een menselijke figuur die bestaat uit een groot hoofd met benen (de koppoter). Later gaat je kind ook een buik of romp en armen tekenen. Vanaf vier jaar gaat je kind ook andere dingen tekenen, zoals bomen en huizen.
vragen:
1.) Kun jij een werkdoel bedenken voor Tina? (punt 3 activiteitenplan)

2.) Op welke manier kun jij een 'steigertje' om Tina heen zetten, zodat je haar helpt te ontwikkelen?

3.) waarom zijn deze doelen belangrijk? tip: kijk naar de ontwikkelingsgebieden op blz 174 in je boek of de link in de chat. Bedenk bij ieder ontwikkelingsgebied of en op welke manier je hier mee bezig bent in deze casus.

Slide 10 - Slide

eerst individueel denken! 2 minuten. (smart:concreet gedrag)

werkDoel: Tina verteld tijdens de activiteit wat ze wil tekenen. (cognitieve ontwikkeling)
Tina heeft aan het einde van de activiteit op de kleurplaat getekend wat ze bedacht had. (fijne motoriek, peroonlijkheidsontwikkeling: beeldend.) 

stijgertje: voordoen, samendoen. broertjes/zusjes

belang: lich.ontw: fijne motoriek, cognitieve ontwikkeling (benoemen)
pers. ontwikkeling

Weet jij genoeg om een goed werkdoel te maken?
  • Dan mag je nu je camera uitzetten en geluid op STIL. 
  • 10 minuten zelfstandig (bij)werken aan punt 3 van je activiteitenschema
  • LET OP rode aandachtspunten in het kader hieronder.
  • Kom na 10 minuten weer 'terug'

Vind je het nog moeilijk om een doel te formuleren? Oefen dan verder mee klassikaal. (paddlet)


aandachtspunten:
  • zorg dat je bij 'waarom zijn deze doelen belangrijk' een koppeling maakt naar de ontwikkelingsgebieden!
  • bij een SMART doel beschrijf je concreet gedrag! (SMART doel opfrissen? bekijk de link over SMART doel in de chat.)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Dit moet jij kunnen als je van school gaat: competenties. 

in 2 tallen; 
open de website (link in de chat)
kijk op blz 6/7 van het document wat er per competentie bedoeld wordt.
Vertel de ander waar jij nog in wil leren. Kun jij deze opdracht gebruiken om met met dit leerpunt te oefenen?

doen:
  • in 2 tallen via teams
  • open de website (link in de chat)
  • kijk op blz 6/7 van het document wat er per competentie bedoeld wordt.
  • Vertel de ander waar jij nog in wil leren. Kun jij de periodeopdracht gebruiken om met met dit leerpunt te oefenen? (punt 3 activiteitenplan persoonlijk leerdoel)
  • Extra: Maakt het verschil of je christelijke pedagogisch medewerker bent of niet christelijk? waar wil jij als christelijke pedagogisch medewerker in ontwikkelen? 
timer
5:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

afronding:
document invullen met welk kind jij de opdracht gaat doen.
deze week: punt 1-4 activiteitenplan op ITLS zetten

Slide 15 - Slide

wat vond je van deze les? 

laat studenten duim, smiley geven..
Evaluatie:
1.) geef met een smiley aan wat jij van deze les vond.
2.) Heb je nog een vraag? Schrijf deze hier op...

Slide 16 - Open question

This item has no instructions