Intro middeleeuwen GYM11 en HV11

5.1 Leenheren en leenmannen

5.1 Leenheren en leenmannen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

5.1 Leenheren en leenmannen

5.1 Leenheren en leenmannen

Slide 1 - Slide

Over mij

Slide 2 - Slide

5. 1 Leenheren en leenmannen
Leerdoelen
1. Je weet hoe het Romeinse Rijk uit elkaar is gevallen
2. Je weet hoe Karel de Grote een machtig koning en keizer werd over een groot rijk (Frankische rijk)
3. Je kunt beschrijven op welke manier Karel zijn rijk bestuurde






Slide 3 - Slide

476 N.C. Val van het west Romeinse rijk 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1. Frankische rijk
Frankische koning = Karel de Grote en opvolger Romeinse keizer

Franken zijn een Germaans volk en komt na de val van het West-Romeinse rijk en het rijk wordt steeds meer uitgebreid, zoals Noord-Spanje, Oostenrijk en Noord-Duitsland

Toen Karel in 814 stierf bestond zijn rijk uit een groot deel van Europa




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

2. Bestuur Frankische rijk
Besturen was heel moeilijk: wegen en steden zijn vervallen en sommige stukken onbewoonbaar

Karel koos ervoor zelf rond te reizen en bouwde overal paleizen om macht te laten zien

Hertogen en graven hielpen hem met besturen na een eed van trouw -> leenstelsel/feodalisme

De edelman is de leenman en de koning is de leenheer. De leenman kreeg het gezag, maar het gebied werd niet zijn bezit. 

Taken leenman: orde en veiligheid, leveren van militairen en spreken  namens de koning

Slide 9 - Slide

Het feodalisme / leenstelsel







Slide 10 - Slide

3. Politieke verdeeldheid
Na de dood van Karel (814) ontstaat het Oost en West-Frankische rijk

De koning/leenheer krijgt minder macht en de leenmannen zien het gebied meer als bezit. Ook werd de macht van edelen erfelijk

Leenmannen gingen zelf ook leenmannen aanwijzen en er ontstaat steeds meer politieke verdeeldheid en oorlogen tussen koningen en hoge/lade edelen


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

4. Een onveilige tijd
9e en 10e eeuw: onveiliger door verdeeldheid en overvallen en invallen van de Vikingen

Oplossing/gevolg: bouwen van kastelen ter bescherming voor zichzelf en hun volk

Eerst van hout en daarna van steen met voetsoldaten en ridders (soldaten te paard)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Houten kasteel
Stenen kasteel 'Muiderslot'

Slide 15 - Slide

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 16 - Quiz

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 17 - Quiz

De middeleeuwen beginnen in het jaar
A
200
B
400
C
1500
D
500

Slide 18 - Quiz

Wat zijn oorzaken van het ontstaan van het feodale stelsel?
A
invallen van moslimlegers
B
de omvang van het rijk (o.a. onder Karel de Grote)
C
Het verdwijnen van handel (geld) uit de economie.
D
het gebruik van paarden in het leger

Slide 19 - Quiz

Aan de slag


Maken opdrachten 5.2: 1, 3, 4b, 5 en 6

Slide 20 - Slide