H5 2021 P3 Les 2 Eindexamentraining

Eindexamen
NN Cursus 10 §2 Analyseren en interpreteren
Opdracht 8 t/m 17
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Eindexamen
NN Cursus 10 §2 Analyseren en interpreteren
Opdracht 8 t/m 17

Slide 1 - Slide

Opdracht 8 (p. 333)
Geef drie voorbeelden van woord- of zinsgebruik waaruit het oordeel over afspraken tussen bedrijfsleven en overheid duidelijk doorklinkt.

Slide 2 - Open question

Hoeveel juiste voorbeelden heb je gegeven?
0
1
2
3

Slide 3 - Poll

Opdracht 9 (p. 334)
Met welk woord kan de gevoelswaarde die uit deze reacties in de Volkskrant spreekt het beste worden omschreven?
A
bezorgdheid
B
opluchting
C
sarcasme
D
verwondering

Slide 4 - Quiz

Opdracht 10 (p.335)
Met welk begrip kan het verband tussen alinea 4 en het tweede deel van alinea 3 (vanaf regel 59) het best beschreven worden? Alinea 4 vormt een:
A
argumenten voor het gestelde in alinea 3
B
samenvatting van het gestelde in alinea 3
C
tegenstelling met het gestelde in alinea 3
D
voorbeeld bij het gestelde in alinea 3

Slide 5 - Quiz

11
Welke functie hebben alinea's 9, 10 en 11 samen ten opzichte van alinea 8? Kies uit een van de onderstaande alternatieven en sleep het juiste alternatief op de vraag.
constatering
definitie
gevolg
oorzaak
verklaring
voorwaarde
weerlegging

Slide 6 - Drag question

Opdracht 12 (p.336)
Op welke manier gebeurt het introduceren van het onderwerp vooral in alinea 1 van de tekst Dure eieren?
A
formuleren van de probleemstelling
B
geven van een historische schets
C
stellen van een retorische vraag
D
vertellen van de aanleiding

Slide 7 - Quiz

Opdracht 13 (p.336)
Geef aan wat de functies zijn van de stappen in de redenering van Strauss. 
2
3
4
5
6
afweging
argument
gevolg
onderbouwing
oplossing
standpunt
tegenwerping
voorwaarde

Slide 8 - Drag question

Opdracht 14 (p. 337)
In welke van de onderstaande alinea's komt de relatie met de titel van de tekst De terreur van de like-knop het sterkst naar voren?
A
alinea 6
B
alinea 7
C
alinea 8
D
alinea 9

Slide 9 - Quiz

Opdracht 15 (p.340)
Wat is het belangrijkste doel van tekst 5? De lezer wordt vooral
A
enthousiast gemaakt over de kansen van de deeleconomie
B
overtuigd van de positieve kanten van de deeleconomie
C
geïnformeerd over de voor- en nadelen van de deeleconomie
D
gewaarschuwd voor de nadelige gevolgen van de deeleconomie

Slide 10 - Quiz

Opdracht 16 (p. 340)
Welke van de onderstaande beweringen over deze overeenkomst doet het meest recht aan de tekst?
A
Het doel van Newspeak en Facebook is vernauwing van het bewustzijn.
B
Newspeak en Facebook lieden beide tot minder woordenschat en gemiddeld minder ideeën per gebruiker.
C
Voor Newspeak en Facebook geldt dat er uiteindelijk sprake zal zijn van een streng taalregime.
D
Zowel newspeak als Facebook geeft de werkelijkheid te eendimensionaal weer.

Slide 11 - Quiz

Opdracht 17 (p.341)
Over welk gevolg van het gebruik van de like knop is zowel de tekst als De terreur van de like knop als tekstfragment 1 negatief?

Slide 12 - Open question

Ik heb de vorige vraag juist beantwoord.
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Wat heb je nu nog nodig?

Slide 14 - Mind map