Pers vnw

Pers voornaamwoorden
1 / 12
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pers voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Persoonlijke voornamwoorden
ik, je, jij, jou, u, hij, zij, ze, het, wij, we, jullie, zij (meervoud), mij, me, hem, haar, ons, hen, hun en ze (meervoud).

Slide 2 - Slide

Hun is een persoonlijkvoornaamwoord als:
- Hun is dan geen onderwerp of bezittelijk voornaamwoord maar het meewerkend voorwerp.

- Ik geef de bal aan hun.
- Ik kook voor hun pasta.
 

Slide 3 - Slide

Maar hun kan ook bezittelijk zijn
- In dit geval is hun het onderwerp.
- En hun heeft een bezit.
- Hun auto is kapot.
- Hun kat is aan het spelen.

Slide 4 - Slide

Verschil tussen u/uw en jou/jouw
U en jou zijn persoonlijke voornaamwoorden.
U bent heel lief of Ik help jou.
Maar zodra er een bezit in de zin achter jou of u staat wordt het een bezit en gebruik je uw of jouw met een w.
Uw kat is heel lief of jouw familie is heel groot.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het is .. cadeau.
A
u
B
uw

Slide 7 - Quiz

Het cadeau is van ..
A
u
B
uw

Slide 8 - Quiz

... horen mij niet roepen
A
Hun
B
Zij

Slide 9 - Quiz

Hij heeft ... fiets kapot gemaakt
A
zijn
B
ze

Slide 10 - Quiz

Het is .. schuld.
A
Jouw
B
Jou

Slide 11 - Quiz

Aan de slag!

Bij opdracht 1 schrijf je het juiste voornaamwoord op.
Bij opdracht 2 schrijf je de taalfout op en de juiste vorm erachter
Bij opdracht 3 schrijf je de taalfout op en de juiste vorm erachter
Maak 1* + 2* of 2* + 3*

Slide 12 - Slide