A6sptl4 Periode 2, Les 8 LECTURA - GSE (09-12-2024)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bienvenidos

LESSONUP: 

Meld je aan via de link in magister of via de klascode: kaasm.

De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.

Info: Metas / Objetivos (doelen)

Literatuur:

Je leert over enkele toppers uit de Spaanse literatuur en hun literaire context.

Leesvaardigheid: 

Je leert begrijpend lezen bij teksten op uiteenlopende terreinen en je leert werken met verschillende typen vraagstelling en leesstrategieën.

Grammatica en woordenschat: 

Je leert de imperfecto de subjuntivo herkennen in teksten.

Je oefent met het herkennen van werkwoorden in teksten.

Je werkt aan je woordenschat.

Info: Toetsen en opdrachten

• Formatief: leesvaardigheid en woordenschat (formatief)
• Tussentoets: Literatuur (10%, niet herkansbaar)
• Toetsweek: Leesvaardigheid (10%, herkansbaar)

• Portfolio: oefenexamen VWO 2016-2e tijdvak + Vocab-dossier, uiterlijk 18 december 2024
• LET OP DE INLEVERDATUM, houd je werk goed bij.

Zie studiewijzer (komt op teams)

INFO LITERATUURTOETS

weging 10%, niet herkansbaar, 60 minuten, 13-12-2024 

De toets gaat over:  

• Carlos Ruiz Zafón, La sombra del viento, hoofdstuk 4 + alle overige onderdelen die in de lesopdracht aan bod komen, zoals bijvoorbeeld de trailer en de achterflap. Voor de lesopdracht zie teams. 
• Miguel de Cervantes, Don Quijote, de twee hoofdstukken die in de syllabus staan + + alle overige onderdelen die in de lesopdracht aan bod komen, zoals bijvoorbeeld de Syllabus Literatuur en de youtube-video. Voor de lesopdracht zie teams. 

Hoe bereid je je voor: 

• Je leest van Don Quijote de twee hoofdstukken die in de syllabus staan, zodanig dat je het verhaal goed kunt volgen. 
• Je leest uit La Sombra del Viento hoofdstuk 4, zodanig dat je het verhaal goed kunt volgen.  
• Je maakt beide lesopdrachten en leert de antwoorden op de vragen. 
• Je leert uit de Syllabus Literatuur p.4-11, p.60-63. p.67, p.78. 
• Je leert uit de Syllabus Literatuur het Vocabulario p.74-77, Spaans-Nederlands. 

Indicatie toetsvragen:  

• Je moet vragen kunnen beantwoorden aan de hand van een of meer tekstfragmenten uit genoemde hoofdstukken.  
• Je moet vragen kunnen beantwoorden over de schrijvers, achtergronden, tijdbeeld, personages, meningen. 
• Je moet vragen kunnen beantwoorden vergelijkbaar met de lesopdrachten. 

El programa 

15m - INFO, deberes

20m - VERBOS y VOCAB 

• Syll p.56-57, paragraaf 3.3.2 opgave 22
  
• vocabulario temático 2a página S-N
  
• Caperucita roja hasta p.1 

20m - LECTURA: Betekenis van tekstelementen, verwijsvragen

• Syllabus 2.4 (p.17), opgave 9, 10, 11
• Paso adelante H10 oef 13

10m - Reflexión -> leseinde bespreken

              

Los deberes fueron:

Estudiar:  

• Hoofdgedachte, het plaatsen van titels en tussenkoppen Syllabus 2.3.4 (p.14-16) + leer de vetgedrukte vraagstellingen S-N -> samen deze paragraaf en opdracht 8 bespreken, vervolgens twee blauwe slides 
• vocabulario temático 1e pagina (zie de link bovenaan de studiewijzer)  

Hacer:  

• afmaken vocab-dossier opgave 20-21 (Syll p.54-55) 
• Caperucita t/m r.29 ‘facilmente’ 

Glosario: noteer uit iedere tekst minimaal 3 woorden in je glosario 

Antwoorden syllabus zie volgende dia                      Antwoorden PA: zie link (of bestand in teams)

Vraagstellingen in CITO-examens (Syll. p.13):
Wat wordt gezegd (over) ...

1. Qué cuenta sobre ...
2. Qué quiere decir ...
3. De qué trata ...
4. Qué se dice de ...

Strategie voor het plaatsen van een titel boven een tekst

1. globaal de tekst lezen, daarna titel kiezen
2. intensief de tekst lezen, daarna titel kiezen
3. intensief lezen, per alinea het thema noteren, daarna het centrale thema bepalen + titel kiezen
4. eerste en laatste zin lezen per alinea, daarna het centrale thema bepalen + titel kiezen

Los deberes: respuestas syllabus

Syllabus p.16, oefenen met -> opgave 8 (zie p.30): antwoord C

Vocab-dossier opgave 20-21 (Syll p.54-55):

20.1

1. hable
2. pueda
3. quiera
4. haya

 

21.1 en 21.2

1. es (feit)
2. hable (voorwaarde, subjuntivo)
3. quiera (voorwaarde, subjuntivo)
4. estudia (feit)
5. es (feit)

Verbos y vocabulario (20m)

En pleno: 

1. VOCAB dossier: Syll p.56-57, paragraaf 3.3.2 opgave 22 (synoniemen en bijwoorden)

Individualmente:

2. VERBOS Caperucita roja t/m heel pagina 1 (tot maravillas)

3. APRENDER (Leren): vocabulario temático 2a página S-N (zie de link bovenaan de studiewijzer)

LECTURA (20m)

En pleno: 

• Estudiar + hacer: De betekenis van belangrijke elementen, Syllabus 2.4 (p.17-18) 

Individualmente: 

• Syllabus p.18-19 afmaken + daarna oefenen met opgave 9, 10, 11 (p.32)
• Paso adelante H10 oef 13, over de zanger Juanes (= vnl. hoofdgedachtevragen en verwijsvraag, p.90-92)

Glosario: noteer uit iedere tekst minimaal 3 woorden in je glosario

Juanes

REFLEXIÓN

3 páginas

Noteer Spaanse woorden
+ synoniemen

Het centrale thema van een tekst bepalen en een titel kiezen. (Syllabus examentraining p.14-16)
Hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Repaso: Alinea's op volgorde zetten.
Hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Los deberes

Estudiar:

• De betekenis van belangrijke elementen, Syllabus 2.4 (p.17-19) + leer de vetgedrukte vraagstellingen S-N
• vocabulario temático 2e pagina (zie de link bovenaan de studiewijzer) 

Hacer: 

• afmaken syllabus p.19, oefenen met -> opgave 9, 10, 11 incl. glosario
• afmaken Vocab-dossier: Syll opgave 22 op p.56-57
• afmaken Caperucita p.1 (inleverdatum zie bovenaan studiewijzer)
• afmaken opdracht Paso adelante H10 oef 13 (p.90)

REFLEXIÓN

Alinea's op volgorde zetten:
hoe ga je te werk?
Noteer de verschillende stappen.

Wat weet je inmiddels van
La Sombra del viento,
en van de schrijver?

1. Hoe verloopt de samenwerking in je groepje?
2. Welke afspraken zijn gemaakt over de uitvoering van de opdracht?

Cap. 5, Ejercicio 37a

1 (tú) pedir pides pidas

2 (usted) poder puede pueda

3 (él) dormir duerme duerma

4 (ella) conocer conoce conozca

5 (usted) poner pone ponga

6 (yo) salir salgo salga

7 (vosotros) hacer hacéis hagáis

8 (nosotros) tener tenemos tengamos

9 (ellos) decir dicen digan

10 (yo) venir vengo venga

Cap. 6, ejercicio 35ab

1 tuviera tener hebben

2 trabajara trabajar werken

3 estuviera estar zijn

4 tomara tomar nemen

5 volviera volver teruggaan

6 trabajara trabajar werken

7 terminara terminar eindigen

8 disfrutara disfrutar genieten

9 pudiera poder kunnen

Apunta palabras sobre
Ruiz Zafón y 'La sombra
del viento' (en español)

Hoe vind je de hoofdgedachte in een tekst(gedeelte)?
Noteer de 4 stappen (Syll. p.10)

Opbouw van een alinea (syll. p.11):
welke alinea-opbouw wordt NIET genoemd?

1. de hoofdmededeling staat in de eerste zin
2. de hoofdmededeling staat in de tweede zin (zin 1 is dan een inleiding op de hoofdmededeling)
3. de hoofdmededeling staat in de laatste zin, als conclusie van het voorgaande
4. de hoofdmededeling staat in de voorlaatste zin

REFLEXIÓN LECTURA:
1. Wat ging goed en hoe kwam dat?
2. Wat ging minder goed en hoe kwam dat?
3. Wat heb je nodig om je leesvaardigheid te verbeteren?

Reflexión

1. Wat heb jij geleerd in deze les?
2. Welke opdrachten heb je af / gedeeltelijk af, en welke nog niet?

Wat vond je van deze les? 

Wat vond je goed, en wat kan beter? 

Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

p.72-73
naar smaak

1. acaso
2. tal vez
3. a lo mejor
4. a gusto

p.72-73
te (veel)

1. de repente
2. mediante
3. demasiado
4. hacia

p.72-73
nauwelijks

1. apenas
2. fuera
3. tan
4. entonces

p.72-73
met het oog op, gelet op

1. aún
2. tanto
3. ante
4. casi

El (presente de) subjuntivo

Ejemplo: 'Espero que tengas un buen viaje.'

Gebruik van de subjuntivo:

1. Een wil of een advies. (Quiero que..., Te aconsejo que...)
2. Een wens of voorkeur. (Espero que..., Prefiero que...)
3. Een onpersoonlijke uitdrukking van mening (Es importante que...)
4. Twijfel of onzekerheid. (Dudo que...., No creo que ...)
5. Emotie (Me alegro que...., Temo que ..... )

Het werkwoord na 'que' staat dan in de subjuntivo.

Cap. 5, D: El subjuntivo

Vorm van de subjuntivo:

1. Neem de ik-vorm van de presente.
2. Knip de uitgang -o eraf.
3. Voeg de uitgangen toe.

Pregunta: 

Waarom staat er 'Neem de ik-vorm....' en niet  'Neem de stam van het werkwoord'?

Ejemplo: tenga, tengas, tenga, tengamos, tengáis, tengan

Cap. 6, D: El imperfecto de subjuntivo

Repaso: Presente (tegenwoordige tijd)

           Espero que vengas (ik hoop dat je komt)

Nuevo: Pasado (verleden tijd) 

           Esperaba que vinieras (ik hoopte dat je kwam / zou komen)

HACER: -> VERDEEL je tijd over beide oefeningen

• presente de subjuntivo, libro 3, H5 D + ejerc. 37a + ejerc. 37b primera frase (libro 3, p.37)
• imperfecto de subjuntivo, libro 3, H6 D + oef 35ab (libro 3 p.82)

EXPLICACIÓN: 

libro 3 p.36-37 + p.81

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?

1. orienteren op de tekst, vraag lezen, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen, vraag beantwoorden
2. orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
3. de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
4. de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Wat vond je van deze les? 

Wat vond je goed, en wat kan beter? 

Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?

1. orienteren op de tekst, vraag lezen, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen, vraag beantwoorden
2. orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
3. de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
4. de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Noteer in het kort:
hoe vind je de hoofdgedachte in een alinea?
(Syllabus p.10)

Multiple choice vragen en open vragen:
Noteer jouw vier tips.
(Syllabus p.42-44 en Libro de referencia p.48-49)

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?

1. orienteren op de tekst, vraag lezen, bepalen wat je moet zoeken, de plek in de tekst zoeken, dat deel grondig lezen
2. orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
3. de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
4. de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Apunta palabras nuevas
que has aprendido + traducción.
Incluye algunos verbos.

Bespreek in tweetallen en beantwoord daarna deze vraag individueel:
Hoe ga je te werk om de woorden te onthouden?
Noteer je werkwijze + noteer wanneer en hoeveel tijd je hieraan wilt gaan besteden.