HV1B 29 maart

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Tekstdoelen

Slide 2 - Mind map

Wat is een bronvermelding en waar kun je die vinden?

Slide 3 - Open question

We noemen een reclametekst ook wel een:
A
Activerende tekst
B
Aansporende tekst
C
Betogende tekst
D
Uiteenzettende tekst

Slide 4 - Quiz

Wat is het doel van een inleiding?
A
Lezer verplichten verder te lezen
B
Lezer nieuwsgierig maken
C
Lezer een mening laten vormen
D
Inleiding heeft geen doel

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hoe wordt deze tekst ingeleid?
Geachte heer/mevrouw,

De brief ontvangt u omdat ik een klacht zou willen indienen over een artikel dat ik vorige week bij u heb gekocht. Het gaat om de nieuwe blender uit de B100 serie.
....

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

En deze?
De buurvrouw van Jamilla heeft een nieuwe hond. Ze is er dolblij mee, maar er is een klein probleem. Zodra ze de deur uit gaat, begint het beest onophoudelijk te janken. Jamilla en haar familie werden er gillend gek van en gingen op zoek naar een oplossing.

...

Slide 10 - Slide

En deze?
Waar word je gelukkig van?
Elk jaar op 20 maart is het de Internationale Dag van het Geluk. Voorafgaand daaraan wordt er onderzoek gedaan naar hoe gelukkig mensen zich voelen in verschillende landen. Waar hangt het eigenlijk vanaf of je je gelukkig voelt? 

Slide 11 - Slide

Ik kan de vier manieren van inleiden herkennen!
A
Ja, dat kan ik!
B
Ik denk het wel.
C
Nee, dat kan ik nog niet
D
Ik wil extra uitleg.

Slide 12 - Quiz

Aan de slag:
A + B:
Sluit de lessonUp + laptop af en ga aan de slag met het stencil. Je mag samenwerken.
Klaar? Maak opdracht 43. (blz.138/139)

C + D:
Nog wat extra hulp of uitleg nodig? Laat je scherm dan open staan en vervolg de LessonUp. 

Slide 13 - Slide

Honderden mensen geëvacueerd vanwege eerste grote bosbrand dit jaar in Spanje

Bij de eerste grote natuurbrand dit jaar in Spanje is al bijna 40 vierkante kilometer natuur in de as gelegd. Ongeveer 1500 mensen hebben hun huis moeten verlaten in verband met de branden ten noordoosten van Valencia.

Slide 14 - Slide

Op 15 maart 2023 zijn er weer verkiezingen in Nederland. Dan mogen mensen met de Nederlandse nationaliteit die 18 jaar of ouder zijn stemmen. Dit keer gaat het om de Provinciale Statenverkiezingen. Ook mag iedereen boven de 18 stemmen voor het waterschap. Wat doen de Provinciale Staten en het waterschap eigenlijk? En wat hebben de Provinciale Staten met de Eerste Kamer te maken? 

EENS IN DE VIER JAAR
Eén keer in de vier jaar kiezen we in Nederland welke kandidaten ons vertegenwoordigen in het bestuur van een provincie. Bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer gaat het om landelijke verkiezingen. Op 15 maart gaat het om de verkiezing binnen een provincie.

Slide 15 - Slide

Altijd online
Zodra ze opstaan na het gesprek aan de grote tafel in de mediatheek van CSG Liudger in Drachten, checken Amber en Tobias meteen hun mobieltjes. Het geluid stond uit, maar een trilsignaal gaf aan dat er een bericht was. Wat? Amber: ‘Een vriendin, een paar keer, over handschoenen die ze kwijt is.’ Tobias: ‘Mijn broer, die best een paar luidsprekers voor me wil betalen.’ En ja, Amber en Tobias willen liefst ook meteen reageren.


Slide 16 - Slide

Van melk tot oer-Hollandse kaas

Mijn ontbijt bestaat steevast uit een goede kop koffie en bruine boterhammen met kaas. Zo kom ik de dag wel door. Maar wie maakt die kaas die elke ochtend bij mij op de ontbijttafel ligt? En is kaasmaken een leuke manier om geld te verdienen? Tijd om dat eens uit te zoeken.

Slide 17 - Slide

Planteneters moeten blijven
Van alle grote planteneters, zoals olifanten, giraffen en gorilla’s, wordt bijna zestig procent met uitsterven bedreigd. Wat gebeurt er als het echt zover komt? Een internationaal team van ecologen onderzocht de gevolgen van het uitsterven van deze dieren.

Slide 18 - Slide

Ook aan de slag
Stencil Nieuwsbegrip
Tot 13:35
Klaar? Maak opdracht 41

Slide 19 - Slide

Vul in.
1. Een schrijver kan een tekst op..............manieren inleiden.
2. Het onderwerp...
3. Een..............vertellen
4. Eén of...
5. De.................van de tekst noemen.
6. Een tekst kan worden afgesloten met een....., ......... of .........

Slide 20 - Slide