Schrijven les 7 - voorbereiding schrijftoets

Writing, chapter 13
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Writing, chapter 13

Slide 1 - Slide

Today's lesson
- Toetsen P3 en P4
- Planning P3 en P4
- Voorbereiding schrijftoets
- Quizlet deel 3

Slide 2 - Slide

Het jaar vliegt voorbij. Een aantal studenten heeft nog toetsen open staan en er komen nog een aantal toetsen aan.


Bufferweek periode 3:
- herkansing toets hoofdstuk 1 uit periode 2
- schrijftoets over hoofdstuk 12 en 13

Bufferweek periode 4:
- herkansing schrijftoets hoofdstuk 12 en 13
- presentatie inleveren 
- vangnet voor de toets uit periode 1 (kans 4)

Slide 3 - Slide

 Planning

Periode 3
Week 14: voorbereiding schrijftoets
Week 15: voorbereiding schrijftoets
Week 16: schrijftoets  + herkansing toets hoofdstuk 1

Week 19, 20, 21, 22, 23, 24 zijn we met Spreken bezig. 

Week 26: presentatie inleveren
herkansing schrijftoets
Vangnetten

Slide 4 - Slide

 Planning

Periode 3
Week 14: voorbereiding schrijftoets
Week 15: voorbereiding schrijftoets
Week 16: schrijftoets  + herkansing toets hoofdstuk 1

Week 19: NuEngels 8.1
Week 20: NuEngels 8.2 
Introductie presentatie opdracht 1
Week 22: NuEngels 8.3
presentatie opdracht 2
Week 23: NuEngels 8.4
Presentatie opdracht 3
Week 24: zelfstandig aan presentatie werken
Week 26: presentatie inleveren
herkansing schrijftoets
Vangnetten

Slide 5 - Slide

Voorbereiding schrijftoets

Slide 6 - Slide

Oefenen
Waar moet ik op letten bij de toets?

Hoofdletters:
Begin je zinnen met een hoofdletter. Ook I (ik) is altijd met een hoofdletter. Namen, seizoenen en dagen beginnen in het Engels óók met een hoofdletter!

Leestekens:
Sluit je zin af met een punt/uitroepteken/vraagteken. Gebruik komma's. Maar gebruik ook voegwoorden om je zinnen beter te laten lopen!
Op die manier kun je twee kortere zinnen aan elkaar koppelen en variëren in de lengte van je zinnen.

Slide 7 - Slide

Voeg en verwijswoorden
Veel voorkomende voegwoorden: and, because, but, so, then, when, or, that.

Deze ken je wel en gebruik je ook al. Maar er zijn nog veel meer.
 
Minder voorkomende voegwoorden: while, until, therefore, unless, as soon as, except, although

Slide 8 - Slide

Standaardzinnen
Je moet vaak jezelf voorstellen, iets over jezelf vertellen, over school of stage. Dat hebben we in de opdrachten ook geoefend.

Zorg dat je deze zinnen en woorden dus uit je hoofd kent.

Weet je iets niet? Omschrijf het dan, of schrijf iets anders. Degene die de toets nakijkt weet niet of je paard rijdt of hockey speelt.

Slide 9 - Slide

Hoe zeg je stage in het Engels?

Slide 10 - Mind map

Internship/traineeship
My internship is at ..
My traineeship is at..

I go to my internship one/two times a week.
I do my internship at...

Nooit: I walk my internship

Slide 11 - Slide

Hoe zeg je kapper in het Engels?

Slide 12 - Mind map

Hairdresser/barber/hairstylist
I'm a hairdresser/barber.
I want to open my own hair salon.

I cut hair.
I dye hair.
Let op: nooit PAINT hair. Dye = verf voor bijvoorbeeld wenkbrauwen, haar.

Je zegt wel: I like to paint my nails. Of: I like to do my nails.

Slide 13 - Slide

Hoe zeg je schoonheidsspecialist in het Engels?

Slide 14 - Mind map

Beautician/cosmetologist/beauty therapist
Cosmetologist: cosmetologists are trained and licensed to perform cosmetic treatments to the hair, skin, and nails.

Beautician: a trained person whose job it is to improve the appearance of a customer's face, body, and hair.

Beauty therapist: works with esthetics and skincare to help relieve a client's concerns and make sure they leave feeling their best.

Slide 15 - Slide

Working on your own (stay in Teams!)

You have until 10.45 to work on this:

NuEngels 13.3: 
exercise 1, grammar
exercise


Done? Do something for yourself

Previous homework:
Itslearning:
Schrijfopdracht 12.3
Schrijfopdracht 13.1
Schrijfopdracht 13.2

NuEngels:
12.3: exercise 1, 2, 4, grammar
exercise, exam exercise
13.1: exercise 3
13.2: exercise 2, 34 and 34 extra (grammar).

Slide 16 - Slide

Quizlet Live: Schrijven deel 3

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Homework
Doe de schrijfopdrachten op Itslearning
Maak in NuEngels af wat je nog niet af hebt


Schrijftoets: in de bufferweek. Datum en tijd horen jullie nog!
Wat moet je leren? Woorden en grammatica, maar oefen vooral met schrijven!

Slide 19 - Slide