8. oefenopgaven tijdvak 8 voortgangstoets

• geschiedenis (pabo)
• HBO
• Studiejaar 1

Oefenopgaven TIJDVAK 8 - voortgangstoets geschiedenis

1. Het achtste tijdvak draagt de titel ‘tijd van …. en .…’.

Type de juiste begrippen in (zonder woordje 'en').

2. Bekijk het pictogram van het tijdvak.

De afbeelding in de achtergrond (achter het witte icoontje) stelt ...

1. de vergaderzaal van de tweede kamer voor
2. een straatprotest van arbeiders voor
3. een fabriekshal met machines voor
4. een groot café met rijke burgers voor

3. Over welke eeuw gaat dit tijdvak?

1. 16e eeuw
2. 18e eeuw
3. 19e eeuw
4. 20e eeuw

4. Bij welke begrip uit de tijdvaknaam hoort deze afbeelding?

2e kamer 

in 1848

1. burgers
2. stoommachines

5. Sleep naar het juiste jaartal.

1780

1830

1839

1852

1900

Opening spoorlijn A'dam <-> Haarlem

Drooglegging Haarlemmermeer

Industrialisatie begint in Engeland

Elektrische verlichting (gloeilamp)

Industrialisatie begint in Nederland

6. Waarom kreeg koning Willem I de bijnaam: koning-koopman?

Hij spande zich vooral in voor ...

1. ruimere openingstijden voor kantoren en winkels
2. uitbreiding van koloniale handel en verbetering van infrastructuur
3. uitbreiding van de steden en stimuleren van openbaar vervoer
4. betere werkomstandigheden en algemeen kiesrecht voor arbeiders

7. Wat wordt met het 'Cultuurstelsel' bedoeld?

1. Indische boeren moesten verplicht deel van de oogst voor een lage prijs aan Nederlandse staat leveren
2. Het streven van een staat om zijn macht over andere gebieden en volken uit te breiden
3. De aandacht voor de ontwikkeling van de kolonie, bijv. door onderwijs
4. De verdeling van de samenleving in een protestantse, katholieke en socialistische groep

8. Welk historisch persoon hoort bij welke beschrijving?

Betekenis	Begrip
Koning die opdracht gaf de grondwet te herzien
Uitvinder, verbeterde de stoommachine
Schuilnaam voor de schrijver van 'Max Havelaar'
Filosoof van het socialisme en de klassenstrijd
Politicus en dominee, grondlegger van de Verzuiling
Liberale minister die de Kinderwet ontwierp.

Kuyper

James Watt

Karl Marx

Multatuli

Willem II

Van Houten

9. Welke afbeelding hoort bij abolitionisme?

1. 
2. 
3. 
4. 

10. Welke woorden missen?

Thorbecke ontwierp in 1848 (..1..) waarbij de koning zijn macht verloor. De ministers moesten voortaan (..2..) aan de gekozen volksvergadering: (..3..). Deze werd toen via (..4..) gekozen.

1. 1= censuskiesrecht 2= verantwoording afleggen 3= de Tweede Kamer 4= een grondwet
2. 1= een grondwet 2= verantwoording afleggen 3= de Tweede Kamer 4= censuskiesrecht
3. 1= de Tweede Kamer 2= verantwoording afleggen 3= een grondwet 4= censuskiesrecht
4. 1= een grondwet 2= censuskiesrecht 3= de Tweede Kamer 4= verantwoording afleggen

11. Welke kenmerkend aspect (1x) hoort NIET bij de tijd van burgers en stoommachines? Sleep deze naar het rode vlak.

NIET

I - De industriële revolutie en het ontstaan van een industriële samenleving in de westerse wereld.

II - Discussies over de 'sociale kwestie'.

III - Het modern imperialisme dat verband hield met de industrialisatie.

V - Voortschrijdende democratisering; steeds meer mannen en vrouwen nemen deel aan de politiek.

IV -De opkomst van emancipatiebewegingen.

VI - De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

VI - Opkomst van verzet in de koloniën tegen het West-Europese imperialisme.

12. Welke canonvensters (8x) horen bij dit tijdvak? Sleep deze naar het tijdvakicoon.

Slavernij

Koning Willem I

Eerste spoorlijn

De grondwet

Max Havelaar

Kinderwetje van Van Houten

Sara Burgerhart

Vincent van Gogh

Indonesië

Aletta Jacobs

13. Plaats de ontwikke-
lingen in de juiste
chronologische volgorde.

Begin bij wat eerst gebeurde.

1-Kinderwetje van Van Houten

2-België scheidt zich af van Nederland

3-Algemeen kiesrecht voor mannen

4-De Bataafse Republiek wordt het Koninkrijk Holland

5-Nieuwe grondwet: minder macht voor de koning

1. 5, 1, 4, 2, 3
2. 2, 4, 5, 3, 1
3. 4, 2, 5, 1, 3
4. 4, 2, 1, 3, 5

14. Sleep naar de juiste ideologie.

Liberalisme

Nationalisme

Socialisme

economischegelijkheid

gericht op arbeiders

klassenstrijd

grondwet

trots op koloniën

gericht op burgers

volksgemeenschap

vrijheid op economisch gebied

neiging tot uitsluiting

15. Wat past NIET bij
Aletta Jacobs?

1. kiesrecht
2. voorbehoedsmiddelen
3. loonsverhoging
4. universiteit