§1: Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen

Start argumenteren 
(Hdst. 6)
Vandaag: §1: Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen



PS. Scores eindmetingen kun je zien via klassencode in LessonUp. 
 --> Goed gedaan!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Start argumenteren 
(Hdst. 6)
Vandaag: §1: Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen



PS. Scores eindmetingen kun je zien via klassencode in LessonUp. 
 --> Goed gedaan!

Slide 1 - Slide

Wat is het argument in zin 1 van opdracht 1?
A
Jeroen Huizinga is een leuke docent
B
Het is dus geen wonder dat leerlingen zo goed naar hem luisteren.

Slide 2 - Quiz

Is het argument feitelijk of waarderend?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 3 - Quiz

We beginnen bij de basis
  • Standpunt = mening over iets
  • Een standpunt ondersteun je met argumenten
  • Er zijn feitelijke argumenten (objectief)
    De meerderheid is voor een Corona-app, want volgens het onderzoek van 1Vandaag is 63% van de Nederlandse bevolking voor. 
  • Er zijn waarderende argumenten (subjectief)
    Ik draag geen bont, want dat vind ik zielig voor de dieren. 

Slide 4 - Slide

We gaan kijken naar een fragment
  • Een dagelijks gesprek zit vol stellingen, meningen en argumenten.

Fragment uit Dreamschool
Gastdocent is Philip Huff
Kijk het filmpje met geluid op je device!
±1 minuut
Wat is de stelling van Delano?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Stelling: 
"Ik vind dit te vermoeiend"
  • , want
  • Argument: je praat teveel. 

  • (beetje te veel praten (weet je). Ik kan daar niet zo goed tegen man.) 

  • = waarderend argument (subjectief)

Slide 7 - Slide

Tegenargument en weerleggingen

Tegenargument --> je ontkracht het standpunt

Weerlegging --> je ontkracht het argument

Slide 8 - Slide

Meneer Huff is schrijver
  • Goed met woorden dus. 




Hoe zou hij met de argumentatie van de leerling omgaan?

Kijk het filmpje met geluid op je device!
±1 minuut
Geeft Huff een tegenargument of een weerlegging?

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Tegenargumenten? Of de weerlegging?

  • Gaat in op het argument van D. 
  • , namelijk het argument: 'Je praat te veel.'
  • --> Weerlegging
    Wie vindt dat hij zelf ook aan het woord is? Wie vindt dat D veel heeft gezegd?
     
  • Vervolgens kijk Huff ook nog naar de formulering van zijn argument. 
  • Vind je dit beleefd? Vind je dit normaal?

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Maak opdr. 5 (blz. 196)

Lees de tekst (max. 5 minuten) en maak vervolgens de vragen in een formulier (de link komt in de chat)


Voor de zekerheid staat er ook een link in het huiswerk op Magister
(de antwoorden van opdr. 1 en 2 staan op de ELO > Bronnen > Gedeelde documenten  > Nederlands kl. 4)


SUCCES!  :-)
timer
5:00

Slide 12 - Slide