week 4 gewichten

Herleiden gewichten
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Herleiden gewichten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

2,4 kg =.....g

Slide 7 - Mind map

1,75 kg = ....g

Slide 8 - Mind map


Een pak waspoeder weegt
A
1000 g
B
1000 kg

Slide 9 - Quiz

In een zak potgrond zit ongeveer
A
4,6 kg
B
4,6 g

Slide 10 - Quiz

Een tros bananen weegt
A
0,655 g
B
0,655 kg

Slide 11 - Quiz

Een zak patat weegt ongeveer
A
990 g
B
990 kg

Slide 12 - Quiz

65 kg = ... g

Slide 13 - Open question

Wat weegt ongeveer 65 kg
A
een schaap
B
een koe
C
een dwerghamster
D
een konijn

Slide 14 - Quiz

550 kg = ......g

Slide 15 - Open question

2500 g = ...kg
A
25
B
2,5
C
0,25
D
250

Slide 16 - Quiz

30 gram = ... mg

Slide 17 - Mind map

7,23 kg
72,3 kg
723 gram
723 cg
7,23 gr
7230 mg
7230 gram
0,723 kg
7,23 gr
72300 gram

Slide 18 - Drag question

Hoe kan het gewicht van deze voorwerpen het best gemeten worden? 
Sleep het plaatje naar het goede gewicht
kilogram
gram

Slide 19 - Drag question

Welk gewicht hoort bij het product?
1 kilo
1 gram
200 gram
1000 kg

Slide 20 - Drag question

Welk gewicht hoort waarbij ? begin met het lichtste of het zwaarste en kijk dan hoe je de rest moet verdelen.
3200 kg
1 kg 
40 kg
9 kg
2 kg
5 kg

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Link

Aan de slag
Kopieerblad gewichten
Les 18

Slide 23 - Slide