Thema 7, blok 1: Centrum van de wereldhandel

Thema 7 Handel
Blok 1 Centrum van de wereldhandel
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 7 Handel
Blok 1 Centrum van de wereldhandel

Slide 1 - Slide

Lesdoelen van Blok 1 - Les 1

Als dit blok klaar is kan je:

  • uitleggen hoe de bevolking van een land verandert door geboorte, sterfte en migratie
  • een beschrijving geven van het bestuur van de Republiek
  • uitleggen waardoor de economie van de Republiek sterk groeide
  • uitleggen dat migranten belangrijk zijn voor Nederland
  • uitleggen wanneer integratie van migranten makkelijker verloopt
  • redenen noemen waarom de VOC werd opgericht
  • vertellen waarop de VOC een monopolie had

Slide 2 - Slide

Tekst
Wat weten jullie al
van de Nederlandse Opstand?

Slide 3 - Mind map

Om verschillende redenen was Filips II niet populair in de Nederlanden. Welke reden hoort er NIET bij?
A
Filips II zorgde voor minder politieke invloed van de Nederlandse edelen.
B
Filips II sprak alleen Frans, terwijl de Nederlandse edelen alleen Spaans spraken.
C
Filips II voerde vele oorlogen, waardoor er steeds meer belasting moest worden betaald.
D
Filips II vervolgde de protestanten heel streng.

Slide 4 - Quiz

Filips II
Willem van Oranje
Katholiek
Protestant
Stadhouder
Meer belasting innen
Centraal bestuur in de Nederlanden
Ieder gewest eigen bestuur

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Video

Wat gaan we doen?
Uitleg over De Republiek
Uitleg over de VOC:
  • Zeeroute
  • oprichting en organisatie
  • monopolie, handelswijze en handelspositie in Azië
  • de zwarte bladzijde in onze geschiedenis
 en aan de slag met je opdrachten. 

Slide 7 - Slide

De nieuwe Republiek
  • Door de oorlog was er minder handel. Belangrijke havens zoals die van Antwerpen en Gent hoorden bij het Spaanse deel.
  • Er was veel armoede door mislukte oogsten, epidemieën en de oorlog met de Spanjaarden.
  • De natuurlijke bevolkingsgroei was dan ook negatief in de eerste tijd van de Republiek> Meer mensen stierven dan dat er geboren werden. 

Slide 8 - Slide

Het bestuur van de nieuwe Republiek


  • De Republiek werd niet bestuurd door een Koning maar door regenten,  (rijke) burgers in de Republiek veel meer die meer macht  en invloed hadden dan de adel. 
  • Adel = koningen, prinsen, hertogen, graaf etc.  
  • Veel van deze burgers waren enorm rijk geworden door de handel.
  • Bijna alle belangrijke banen in de Republiek waren in handen van deze regenten. 



Slide 9 - Slide

De nieuwe Republiek




  • De regenten uit de zeven gewesten (soort provincies) vergaderden in Den Haag. 
  • Het belangrijkste en rijkste gewest was Holland. 
  • Willem van Oranje en zijn broers (prinsen en dus van adel)  waren nog wel legeraanvoerders (stadhouders). Verder werd de Republiek bestuurd door de regenten
  • In de Republiek was de macht dus niet in handen van de adel. 

Slide 10 - Slide

Beleg van Antwerpen
In 1585 werd besloten om de haven van Antwerpen  te blokkeren. Zo konden daar geen schepen meer laden en lossen. 
Gevolg 1 >  schepen voeren verder naar de havens van  Zeeland en Amsterdam
Gevolg 2> Rijke Vlaamse kooplieden en gespecialiseerde arbeidskrachten vestigden zich in de Republiek. 
Gevolg 3 >  bevolkingsgroei door migratie = sociale  bevolkingsgroei
De kooplieden en ambachtslieden verhuisden naar de Republiek en zodoende verhuisden al hun (internationale) contacten, hun kennis en natuurlijk al hun geld mee naar de Republiek! 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Aan de slag! 
Lezen: De teksten van Blok 1 Centrum van de Wereldhandel
Maken:  Opdracht 3 t/m 7 / 9 tm 16 /20 tm 25
Hoe: de eerste 10 minuten werk je zelfstandig, de laatste 5 minuten mag je samenwerken
Klaar: Je mag aan een ander vak werken, opdracht uit de menukaart of overleg met je docent
Leren: Kennen en kunnen en de begrippen  

Kiezen: Menukaart

timer
15:00

Slide 13 - Slide

De bevolking van de Republiek groeit
De natuurlijke bevolkingsgroei nam door de welvaart toe. Maar ook kwamen veel nieuwe groepen in de Republiek wonen
  • Joden werden in de 16e eeuw verdreven uit Spanje en Portugal. Omdat hier godsdienstvrijheid  was trokken deze joden naar de Republiek.
  • Protestanten uit de Spaanse-Nederlanden vluchtten naar het noorden. 
  • Eind 17e eeuw vluchtten veel Franse protestanten naar Nederland, zij werden Hugenoten genoemd.
  • Veel Duitsers en Scandinaviërs verhuisden naar de Republiek omdat het hier economisch een stuk beter ging en zij op zoek waren naar werk. 

De steden wilden deze goed opgeleide en rijke lieden/werkers graag ontvangen

Slide 14 - Slide

Komen en gaan
Kooplieden en protestanten vertrokken massaal vanuit de Belgische steden naar de Republiek = vertrekoverschot
Gevolg> In Nederlandse steden kwamen veel nieuwe inwoners. Amsterdam, Leiden en Middelburg groeiden snel = vestigingsoverschot

De integratie van deze nieuwe inwoners ging snel, de meesten hadden andere beroepen dan de oorspronkelijke bevolking. En het ging economiseh erg goed. De komst van de migranten leverde zo niet teveel spanningen op. 
Bedenk twee bevolkingsgroepen die in de 20e eeuw in Nederland zijn komen wonen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Aan de slag! 
Lezen: De teksten van Blok 1 Centrum van de Wereldhandel
Maken:  Opdracht 3 t/m 7 / 9 tm 16 /20 tm 25

Hoe: de eerste 10 minuten werk je zelfstandig, de laatste 5 minuten mag je samenwerken
Klaar: Je mag aan een ander vak werken, opdracht uit de menukaart of overleg met je docent
Leren: Kennen en kunnen en de begrippen  

Kiezen: Menukaart

timer
15:00

Slide 18 - Slide

Nederland was in de gouden eeuw een:
A
Koninkrijk
B
Republiek
C
Dictatuur

Slide 19 - Quiz

Wat is natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Als er mensen sterven dan er worden geboren
B
Als er mensen worden geboren dan er sterven

Slide 20 - Quiz

Welke bewering naar aanleiding van de bron is juist
A
De reden voor migratie is altijd godsdienstig.
B
Op dit moment is er geen migratie in Nederland.
C
Migratie was in bepaalde eeuwen 10% of meer.
D
Er is nooit migratie geweest in Nederland.

Slide 21 - Quiz

Wat is sociale bevolkingsgroei?
A
Als er meer mensen verhuizen naar een land dan er vertrekken
B
Als er mensen worden geboren in een land

Slide 22 - Quiz

Migranten waren goed voor de economie in de Republiek. Noem twee plekken/sectoren waar zij werkten.

Slide 23 - Open question

Gebruik de vier zinnen (A-D).

Noteer de letters van de twee juiste zinnen.
A
A en D
B
B en C
C
C en D
D
A en B

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Zeeroute


In 1498 vond de Portugees Vasco da Gama een goede zeeroute naar Indië. De Portugezen probeerden deze route,  de Carreira da India, strikt geheim te houden. Zo werden ze erg rijk omdat zij het monopolie op de handel in specerijen hadden. 

De Spanjaarden verdienden onderwijl veel geld aan 'de Nieuwe 
Wereld'  In deze periode zijn Spanje en Portugal 
de rijkste landen. Spanje had dus veel geld  beschikbaar om 
oorlog te voeren met de Republiek.


Weet je nog? De handel in specerijen ging eerder via land. Maar dat was lastig en er moest veel tol betaald worden. Een route via zee zou veel meer opleveren...

Slide 26 - Slide

  • Hollandse kooplieden willen ook de zeeroute ontdekken...
  • Willem Barentsz  probeerde in 1596 langs het noorden. Dat mislukte en kwamen vast te zitten op Nova Zembla 
Via het noorden of het zuiden? 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Zeeroute 

Jan Huygen van Linschoten lukt het om (stiekem) zeekaarten te kopiëren. Hiermee bereikte Cornelis de Houtman Indië in 1597 door om Afrika heen te varen..  Na ongeveer honderd jaar lukte het de Hollanders dus om ook de route naar Azië te vinden. 

In 1595 vertrekken de eerste Hollandse schepen naar Indië.  De verschillende rederijen concurrereren eerst met elkaar. Zo bleef de winst beperkt. 
Waarom bleef de winst door concurrentie beperkt? 

Slide 29 - Slide

  • Kooplui werkten samen met  handelscompagnieën, die allemaal concurrenten van elkaar waren. Gevolg > prijzen zakken. 
  • De Republiek was in oorlog met Spanje en er was juist veel geld nodig.
  • De Staten Generaal verbood de concurrentie en alle compagnieën werden moesten samenwerken onder één vlag: de VOC.
     Samen sterk

Slide 30 - Slide

Samen sterk 
  • Om de schepen en het personeel te financieren gaf de VOC aandelen uit. Aandeel= een klein stukje v. bedrijf
  • Iedereen kon aandelen kopen. Zo bezat je een klein deel van de VOC en kreeg je dus ook een klein deel van de winst: dividend. 
  • Je kon de aandelen kopen of verkopen op de Amsterdamse beurs.
  • De  VOC werd zo een beetje van 'iedereen'.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Handelsmonopolie
  • De VOC had zes afdelingen (Kamers). De afgevaardigden van de Kamers vormden  het bestuur van de VOC, de Heren Zeventien
  • De VOC kreeg van de Staten-Generaal het alleenrecht om op Azië te varen > handelsmonopolie. 
  • De VOC mocht oorlog voeren en verdragen sluiten, net als een zelfstandige staat.
  • De VOC mocht forten bouwen.
Stel je eens voor dat AH van de Nederlandse regering deze privileges zou krijgen! 

Slide 33 - Slide

Aan de slag! 
Lezen: De teksten van Blok 1 Centrum van de Wereldhandel
Maken:  Opdracht 3 t/m 7 / 9 tm 16 /20 tm 25

Hoe: de eerste 10 minuten werk je zelfstandig, de laatste 5 minuten mag je samenwerken
Klaar: Je mag aan een ander vak werken, werken in Quizlet, opdracht uit de menukaart of overleg met je docent
Leren: Kennen en kunnen en de begrippen  

Kiezen: Menukaart

timer
15:00

Slide 34 - Slide

Aan de slag! 
Pak je Plenda!

Maken:  Opdracht 3 t/m 7 / 9 tm 16 /20 tm 25


Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Banda eilanden....

Slide 37 - Slide



Jan Pieterszoon Coen

  • Berucht vanwege het gebruik van erg veel geweld
  • Speciale strafexpedities om smokkelen met Portugezen en Britten tegen te gaan.
  • Vermoorden en verbannen van de bevolking van de Banda-eilanden (15.000 doden)
  • Deze genocide is een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Welke ontdekkingsreiziger heeft Indië als eerste bereikt?
A
Hendrik de Zeevaarder.
B
Bartholomeus Dias.
C
Columbus.
D
Vasco de Gama.

Slide 40 - Quiz

Waarom werd de VOC opgericht?
A
Er was teveel concurrentie onderling
B
De specerijen brachten niet genoeg geld op.
C
Er was te weinig concurrentie onderling
D
De prijzen van specerijen waren te hoog

Slide 41 - Quiz

De VOC verhandelde vooral
A
Specerijen
B
Aardappels
C
Vlees
D
Maïs

Slide 42 - Quiz

In welk jaar werd de VOC opgericht?
A
1601
B
1602
C
1701
D
1702

Slide 43 - Quiz

VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 44 - Quiz

Welke uitspraak over de handel van de VOC is niet waar?
A
De VOC kocht specerijen in Oost-Indië en bracht die naar Amsterdam.
B
De VOC gebruikte ook geweld om haar handel te verdedigen.
C
De VOC had een contract gesloten met de dorpshoofden van de Banda-eilanden, dat zij alleen specerijen aan de VOC zouden verkopen.
D
De VOC werkte samen met de Engelsen en Portugezen om Oost-Indië te controleren.

Slide 45 - Quiz

Tekst
Overheersing van een kolonie door een land.
Als iemand een klein 'deel' van een bedrijf kan kopen
Moord op een bevolkingsgroep
Alleenrecht op de handel
Plantaardige stoffen met een bijzondere smaak.
Genocide
Aandeel
Specerijen
kolonialisme.
Monopolie

Slide 46 - Drag question

Slide 47 - Link