This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
2.5. De celdeling
Open blz. 123 van je boek.
Samenvattingsboekje op blz. 13.
Laptop is dicht
Slide 1 - Slide
2.5. De celdeling
Leerdoelen van de les:
10. Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt.
11. Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen.
Slide 2 - Slide
De celdeling
Je lichaam bestaat uit wel 30 biljoen (30 000 miljard) cellen!
Door celdeling ontstaan in je huid voortdurend nieuwe cellen, waardoor het totale aantal niet afneemt.
Groei: Als er meer nieuwe cellen ontstaan dan er oude doodgaan, dan groei je.
Slide 3 - Slide
De celdeling
Lichaamscellen: De cellen waaruit je lichaam is opgebouwd
(bijv. huidcellen, levercellen en spiercellen)
In de celkern van de mens liggen 46 chromosomen.
Celdeling: Eerst wordt elk chromosoom in de celkern gekopieerd. Daarna ontstaan
twee kernen. Elke kern krijgt een volledige set chromosomen. Daarna deelt de cel zich.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Wat is celdeling?
A
Vorming van nieuwe cellen
B
Vorming van nieuw DNA
C
Vorming van nieuwe erfelijke eigenschappen
D
Vorming van een nieuw leven
Slide 8 - Quiz
Zie je hier celdeling of celgroei?
A
celdeling
B
celgroei
Slide 9 - Quiz
Welke stappen doorloopt een cel bij celdeling? Zet ze in de goede volgorde.
Celdeling
Kerndeling
Plasmagroei
Slide 10 - Drag question
Moedercel
Dochtercel
Kerndeling
Celdeling
Plasmagroei
Slide 11 - Drag question
Plasmagroei gebeurt voor celdeling
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Na de celdeling (bij de mens) hebben de nieuwe cellen elk ...... chromosomen?
A
23
B
46
C
92
D
Dat kun je niet zeggen
Slide 13 - Quiz
Aan de slag
Lees 2.5. de celdeling vanaf blz. 123 in je boek en maak opdracht 1 t/m 3 +6 + 7 . Vul blz. 13 in van je samenvattingsboekje.
timer
10:00
Slide 14 - Slide
2.5. De celdeling
Open blz. 124 van je boek.
Samenvattingsboekje op blz. 13.
Laptop is dicht
Slide 15 - Slide
Celcyclus
Gespecialiseerde cel: Na de celdeling ontwikkelt een van de dochtercellen zich tot een speciaal soort cel.
Een gespecialiseerde cel gaat zijn functie in het lichaam uitoefenen. Hij zal zich meestal niet meer delen.
De andere dochtercel specialiseert zich niet. Uit deze cel kan bij een
volgende celdeling opnieuw een gespecialiseerde cel ontstaan.
Celcyclus: Het terugkerende proces van celdeling, groei, en weer een nieuwe celdeling.
Slide 16 - Slide
Celcyclus
Celcyclus: Het terugkerende proces van celdeling, groei, en weer een nieuwe celdeling.
Slide 17 - Slide
Stamcellen
Een stamcel is een cel die in staat is in een ander celtype te
veranderen (specialiseren). Stamcellen zijn nodig in het lichaam om bepaalde cellen met een korte levensduur (bijvoorbeeld bloedcellen) te
verversen.
Slide 18 - Slide
Stamcellen
Stamcellen: Er zijn overal in je lichaam cellen aanwezig, die zich oneindig vaak kunnen delen. Deze cellen zorgen voor groei en herstel.
De meeste stamcellen kunnen zich na deling alleen specialiseren tot cellen van het orgaan waarin ze voorkomen. Uit een stamcel in een spier bijvoorbeeld ontstaan alleen nieuwe spiercellen.
Stamcel beenmerg: kunnen wél verschillende typen cellen ontstaan.
Embryonale stamcellen: Uit de stamcellen van een embryo (een nog niet geboren kind) kunnen veel verschillende typen cellen ontstaan
Slide 19 - Slide
Hoe vaak kan een stamcel zich delen?
A
maximaal 1 keer
B
een beperkt aantal keer
C
oneindig vaak
Slide 20 - Quiz
Een gespecialiseerde stamcel voor spierweefsel deelt. Daaruit ontstaan:
A
twee spiercellen
B
twee moedercellen
C
een spiercel en een stamcel voor spierweefsel
D
twee stamcellen
Slide 21 - Quiz
Wat is de beste beschrijving van een stamcel?
A
Cel waaruit na deling een gespecialiseerde cel kan ontstaan
B
Een cel met een bepaalde functie
C
Cel die zich deelt en twee dochtercellen vormt.
D
De cel van een boom.
Slide 22 - Quiz
Een stamcel is er om
A
Veel verschillende dingen
B
Nieuwe cellen maken
C
Dochtercel zijn
D
Organen maken
Slide 23 - Quiz
Pittige vraag: Cel A is een stamcel. Deze deelt zich, hierdoor ontstaan cellen B en C. Cel B wordt een hartcel, wat gebeurt er met cel C?
A
Wordt een hartcel
B
Wordt een lichaamscel
C
Wordt een stamcel
D
Dat kun je niet weten
Slide 24 - Quiz
Bouw en functie DNA
Basenpaar: Er zijn vier verschillende basen. Ze worden aangegeven met de letters A, T, C en G.
De vier basen kunnen
paren vormen. A-T = een basenpaar C-G = een basenpaar
Slide 25 - Slide
schooltv.nl
Slide 26 - Link
Aan de slag
Lees 2.5. de celdeling vanaf blz. 123 in je boek en maak opdracht 4+5+8+9. Vul blz. 13 in van je samenvattingsboekje.
timer
10:00
Slide 27 - Slide
Leerdoelen check
Slide 28 - Slide
Leerdoelen check
Beantwoord onderstaande zes vragen op je schrijfblad.
1. Hoeveel chromosomen bevat een cel na de celding bij de mens? 2. Je groeit als er... ? 3. Hoe noemen we de nieuwe cellen die zijn ontstaan na celdeling? 4. Hoe noemen we de cel waaruit twee nieuwe cellen ontstaan? 5. Hoe noemen we een cel met een speciale functie? 6. Hoe noemen we een cel waaruit na celdeling een gespecialiseerde cel kan ontstaan?