LOB LES 3: Dromen en Nachtmerries
1 / 10
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Niveau: Gevorderd
Duur: 45 minuten
Doelgroep: Voortgezet Onderwijs - Leerjaar 5 & 6
Slide 2 - Slide
In de les ‘dromen en nachtmerries’ gaan de leerlingen brainstormen over de toekomst. Ze schrijven een kort verhaal over hun leven over tien jaar. Dat kan de droom lijken, maar misschien ook wel een nachtmerrie zijn.
Slide 3 - Slide
Bekijk met de leerlingen de tweede les van Marieke Lucas Rijneveld voor Taalbaas, waarin hij verteld over taal om in te wonen. Vraag aan de leerlingen of ze herkennen wat Marieke Lucas vertelt.
Slide 4 - Video
This item has no instructions
Slide 5 - Slide
Zoom in op het schrijven van een kort verhaal. In een kort verhaal kan je de lezer een klein inkijkje geven in iemands leven of in een bepaalde gebeurtenis. Vaak begint een kort verhaal middenin een bepaalde actie. Je wordt op deze manier als lezer als het ware een bepaald huis (het verhaal) ingezogen. Vaak maken schrijvers gebruik van heldere emoties, beeldspraak of metaforen. Hierdoor krijgt het verhaal meerdere lagen. Een kort verhaal draait daarnaast vaak om een duidelijk personage. In het korte verhaal wat de leerlingen vandaag gaan schrijven vormen zijzelf de hoofdpersoon.
Slide 6 - Slide
Leg de opdracht uit.
Slide 7 - Slide
Geef de leerlingen de opdracht om een A4 papier door de midden te vouwen. Aan de linkerkant van het papier mogen de leerlingen opschrijven wat ze vreselijk zouden vinden over 10 jaar. Waar zouden ze bijvoorbeeld echt niet willen wonen, welk beroep zouden ze voor geen miljoen euro willen uitvoeren en welke sport past totaal niet bij ze? Geef de leerlingen hier vijf minuten de tijd voor. Daarna mogen ze in nog eens vijf minuten aan de rechterkant van het papier brainstormen over wat ze wel willen over tien jaar. Wat willen ze doen in hun vrije tijd, hoe vullen ze idealiter hun werkende leven in en hoe ziet hun familie/vriendengroep er dan uit?
Slide 8 - Slide
Op de achterkant van het blad mogen de leerlingen een dagindeling maken voor zichzelf over tien jaar. Dit mogen ze doen voor een vreselijke dag en voor de meest ideale dag. Wat zou je allemaal doen op een mooie dag en hoe zou de meest afschuwelijke dag eruit zien? Laat de leerlingen minimaal vijf activiteiten opschrijven per dag. Stimuleer de leerlingen om de elementen die ze hebben opgeschreven bij stap 1 hiervoor te gebruiken.
Slide 9 - Slide
Geef de leerlingen de opdracht om een kort verhaal te schrijven over zichzelf over tien jaar. Ze mogen zelf kiezen of ze als basis voor dit verhaal hun droomleven nemen of juist hun nachtmerrie. Het verhaal mag beginnen middenin een bepaalde actie die ze hebben opgeschreven bij stap 2. Na dit pakkende begin mogen de leerlingen een verhalend middenstuk schrijven en een duidelijk einde. Adviseer de leerlingen die moeilijk op gang komen om terug te kijken naar alles wat ze bij stap 1 en 2 hebben opgeschreven. Hier hebben ze al alle ingrediënten verzameld voor hun korte verhaal.
Slide 10 - Slide
Inventariseer of er leerlingen zijn die hun verhaal (of een deel hiervan) willen voorlezen aan de hele klas. Laat de klas raden of deze leerlingen hebben geschreven over hun droom of juist over hun nachtmerrie. Sluit de les af met een korte evaluatie.
