voltooid deelwoord als bn
De gebakken aardappeltjes zijn echt lekker.
De aardappels zijn gebakken. (volt.dw.)
De geverfde eieren zijn echt mooi geworden.
De eieren zijn geverfd. (volt. dw.)
Eindigt het volt.dw. op -en = precies hetzelfde!
Eindigt het volt. dw. op -d/-t = -e + zo kort mogelijk!