Spelling H4 en H5

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Maandag 13 mei

Lezen (5 min.)

M. opdracht 1, par. 4.9 (max. 10 min.)

Uitleg vd als bn en td als bn

M. opdracht 4 t/m 6, par. 4.9

Check vd en td als bn

Juiste schrijfwijze

De verdwenen schat

Waarom?

• verdwenen = bijvoeglijk naamwoord en tegelijk volt. dw.
• Welke regels hebben we nodig?

1. Regels van bijvoeglijk nw. (hoe maak je een bn.?)
2. Regels volt. dw.(hoe maak je een volt. dw.?)

Regels bij het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord

1. Maak van het ww. het voltooid dw.

2. Waarop eindigt het voltooid dw.?

3. Op een T of D? Voeg een E toe.

4. Op (E)N- Niets aan veranderen.

5. Schrijf een bijv. nw. zo kort mogelijk.

    Verdubbel een T of D alleen voor de  

     uitspraak!

1) Maak van werkwoord een voltooid deelwoord.

2) Eindigt vdw op T of D dan E toevoegen.

3) Eindigt vdw op (E)N verander dan niets.

4) Schrijf net als bijvoeglijk nw.=zo kort mogelijk

Welke zijn goed?

1

De vergrootte tekst.

2

De gestolen fiets.

3

De nagekeken toetsen.

4

De uitverkochtte games.

Regels bij het tegenwoordig deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord

1. Maak van het ww. het tegenwoordig dw.

2. Je neemt het hele ww. + D

3. rennen=rennend

4. Daarna zet je het voor een zelfstandig nw.

5. Je voegt dan eventueel een E toe. De rennende kinderen / een rennend kind.

       Wat is

1. Het verbreedde fietspas is geasfalteerd.

2. De verrichte werkzaamheden zijn afgekeurd.

3. De verhuisten buren hadden meteen spijt.

4. De uitgebreidde toets leverden veel fouten op.

       Wat is

1. Het verbreedde fietspas is geasfalteerd.

2. De verrichte werkzaamheden zijn afgekeurd.

3. De verhuisten buren hadden meteen spijt.

4. De uitgebreidde toets leverden veel fouten op.

Het vlees is (bederven) -> het ........ vlees.

De kast is (verven) -> de ......... kast.

De laptop is dicht (klappen) -> de dicht....... laptop.

De maaltijd is (ontdooien) -> de ............ maaltijd.

De brief is (schrijven) -> de ........... brief.

De overvaller is (ontmaskeren) -> de ............... overvaller.

de (piepen)...remmen

het (afwijkend) .... gedrag

een (gillen)....kind

De veehouder (melden, t.t.)
een (toenemen)
tekort aan opslagruimte voor mest

1. meld, toegenomen
2. meldt, toegenomen
3. meldt, toegenome
4. meld, toegenome

Dinsdag 14 mei

Bespreken opdracht 4 t/m 6, par. 4.9

Bijvoeglijk naamwoord begrepen?

Uitleg leestekens (prezi)

M. opdracht 7, 8 en 9 par. 4.9

In welke zin is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt?

1. De brief is geschreven
2. De geschreven brief
3. Hij schrijft snel een brief
4. De blauwe brief ligt op de tafel

De (verkleden)
tegenstanders gaan
(teleurstellen)
naar huis.

1. verkleedden, teleurgesteld
2. verkleedden, teleurgestelt
3. verklede, teleurgesteld
4. verklede, teleurgestelt

Tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Welke is juist gespeld?

1. Een lachent kind
2. Een lachend kind

Maak van het tegenwoordig deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(jokken) De … joker

1. gejokte
2. jokkende

Ik wil extra uitleg/oefenen:

Spelling - bn

Spelling leestekens

Heb je nog een opmerking? Noteer hier:

Dinsdag 21 mei