specifieke doelgroepen hoofdstuk 7

specifieke doelgroepen hoofdstuk 7

Lichaamelijkeaandoening
1 / 48
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

specifieke doelgroepen hoofdstuk 7

Lichaamelijkeaandoening

Slide 1 - Slide

vandaag:
gaan we bezig met de aandoeningen waarbij we vorige week een start hebben gemaakt:
- Dwarsleasie
- Amputatie
- Neuromusculaire aandoening
- Cerebrale parese
- longaandoening

Slide 2 - Slide

waarom is bewegen voor deze doelgroep zo belangrijk

Slide 3 - Mind map

  • voorkomen van achteruitgang
  •  behouden van zelfstandigheid
  • verbeteren van de bloedsomloop en ademhaling 
  • verminderen van pijn en complicaties 
  • mentale welzijn verbeteren

Slide 4 - Slide

wat weet je van een Dwarslaesie

Slide 5 - Mind map

Een dwarslasie is erfelijk
waar
niet waar

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Video

Leg de 3 gevolgen van een dwarslaesie verder uit: gevoelsuitval, bewegingsuitval, vegetieve uitval

Slide 8 - Open question

stel iemand heeft een dwarslaesie op T4 (borstwervel) wat zouden hier de gevolgen van zijn? bespreek kort in een 2 tal

Slide 9 - Slide

Wat is de belangrijkste factor bij het bepalen van de ernst van een dwarsleasie
A
leeftijd van de patient
B
Hoogte van de lesie
C
gewichtsverlies
D
Hoe erg het ongeluk is geweest

Slide 10 - Quiz

Cervicaal
Thoracale
Lumbale

Slide 11 - Slide

Buiten de indeling op de hoogte van de Laesie wordt er nog een onderscheid gemaakt?
A
Eens
B
Oneens

Slide 12 - Quiz

2 onderscheidingen
  1.  Op hoogte van de Laesie
  2. compleet - incompleet

Compleet --> volledige beschadiging, motorisch, voelen en vegetatieve

Incompleet --> Niet alle zenuwbanen zijn beschadigd, er wordt onderscheid gemaakt tussen beschadiging aan de voorkant van de zenuwbanen en de achterkant. 
voorkant: motorische uitval - achterkant: geen tast en druk waarnemen



Slide 13 - Slide

Wat is een neuromusculaire aandoening?
A
aandoening die de zenuwen aantast die de spieren aansturen
B
aandoening die het ademhalingssysteem beïnvloed
C
aandoening die het spijsverteringsstelsel aantast
D
aandoening die de bloedvaten aantast

Slide 14 - Quiz

wat is een voorbeeld van een neuromusculaire aandoening

Slide 15 - Open question

de ziekte van Duchenne

Slide 16 - Mind map

De ziekte van Duchene komt alleen voor bij jongens
A
Eens
B
Oneens

Slide 17 - Quiz

Duchenne is een aandoening die op volwassen leeftijd begint
A
Eens
B
Oneens

Slide 18 - Quiz

Bij Duchenne neemt je spierweefsel toe
A
Eens
B
Oneens

Slide 19 - Quiz

De benen en bekkengordel worden als laatste aangetast
A
Eens
B
Oneens

Slide 20 - Quiz

Wat zijn de verschijnselen op jonge leeftijd in de motorische ontwikkeling door zwakke bovenbenen?

Slide 21 - Open question

  • sprake van een vertraagde motorische ontwikkeling
  •  kinderen beginnen na 18 maanden met lopen (waggelend en  onzeker)
  • ze hebben moeite met opstaan
  • hardlopen en traplopen  gaat moeizaam
  • ze lopen op hun tenen
  • uithoudingsvermogen is beperkt
  • loop der jaren neemt de spierkracht af

Slide 22 - Slide

Alle aandoeningen die onder Neuromusculair vallen lijden tot spierzwakte
A
Eens
B
Oneens

Slide 23 - Quiz

Alle kinderen met Duchenne hebben altijd ook een cognitieve ontwikkeling erbij
A
Eens
B
Oneens

Slide 24 - Quiz

De meeste kinderen komen in een rolstoel
A
Tussen 5 en 8 jaar
B
tussen 8 en 12 jaar
C
tussen 15 en 20 jaar
D
nooit

Slide 25 - Quiz

De ziekte tast ook je gewrichten aan
A
Eens
B
Oneens

Slide 26 - Quiz

welke van de volgende sympthomen komen vaak voor bij de ziekte van Duchenne
A
Snelle spiergroei
B
Verlies van motorische vaardigheden
C
Progressieve spierzwakte
D
Gewricht vergroeiingen

Slide 27 - Quiz

Bedenk ik 2 tallen aan de hand van de beweegtips :



  • belangrijke eisen voor de praktijk
  • geschikte activiteiten

Slide 28 - Slide

Tijd voor een quizzzzz
In een 2 tal ga je herhalen wat we vorige week hebben behandeld.
- je verdeeld de beperkingen onder je 2 tal
- bedenk beide vragen, waarvan het antwoord terug te vinden is in het boek

Slide 29 - Slide

Open je boek op bladzijde 91.
Lees in je 2tal het hoofdstuk door en bespreek kort samen de belangrijkste punten over cerebrale parese

Slide 30 - Slide

Cerebrale Parese

Slide 31 - Mind map

Verschijnselen cerebrale parese

Slide 32 - Mind map

Maak een groepje, bespreek in het groepje wat goeie sporten/ bewegingsactiviteiten zijn voor mensen met cerebrale parese

Slide 33 - Slide

wat is het verschil tussen astma en COPD

Slide 34 - Open question

Deze aandoening is een onsteking van de luchtwegen (kortademigheid, piepende hoest tijdens lichamelijke inspanning)
A
Astma
B
COPD

Slide 35 - Quiz

is een chronische aandoening, wordt veroorzaakt door langdurig roken
A
Astma
B
COPD

Slide 36 - Quiz

onstaat door langdurige bloodstelling aan schadelijke stoffen
A
Astma
B
COPD

Slide 37 - Quiz

Is erfelijk
A
Astma
B
COPD

Slide 38 - Quiz

Bewegen bevorderd de aandoening
A
Astma
B
COPD

Slide 39 - Quiz

heeft een progressief verloop
A
Astma
B
COPD

Slide 40 - Quiz

Slide 41 - Video

Amputatie

Slide 42 - Mind map

wat zijn oorzaken voor een amputatie
A
Diabetes
B
Kanker
C
Beroerte

Slide 43 - Quiz

wat is fantoom pijn?

Slide 44 - Open question

https://www.youtube.com/results?search_query=amputatie+

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Video

stel een lijst samen met beweegtips voor een amputatie

Slide 47 - Open question

Tijd voor een quizzzzz
In een 2 tal ga je herhalen wat we vorige week hebben behandeld.
- je verdeeld de beperkingen onder je 2 tal
- bedenk beide vragen, waarvan het ontwoord terug te vinden is in het boek

Slide 48 - Slide