Poëzie Blok 6

Poëzie
Blok 6
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Poëzie
Blok 6

Slide 1 - Slide

Lesprogramma

  • Even terugblikken
  • Lesdoelen
  • Theorie: Blok 6
  • Aan het werk!


Slide 2 - Slide

Terugblik naar vorige week
Even een opfrisser....
..
..
Maak je klaar!


Slide 3 - Slide

Wat is een strofe?
A
Een rijmende zin
B
Eén enkel woord in een gedicht
C
De laatste regel van een gedicht
D
Een groep versregel die samen een deel van het gedicht vormen.

Slide 4 - Quiz

Welk rijmschema wordt hier gebruikt:

Een nieuw leven is begonnen
gevoel van eenzaamheid overwonnen
geluk heeft het vervangen
het leven is een en al verlangen
A
Gepaard rijm
B
Gekruist rijm
C
Omarmend rijm
D
Gebroken rijm

Slide 5 - Quiz

Wat is een GEEN stijlfiguur?
A
Herhaling
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Samenvatten

Slide 6 - Quiz

Welk schema geeft GEKRUIST RIJM weer?

A
AABB
B
ABAB
C
ABBA
D
YMCA

Slide 7 - Quiz

Lesdoelen
Na de les...
  • kun je tekstverbanden in gedichten herkennen

Slide 8 - Slide

Theorie: Blok 6
Zoals je hebt geleerd bij Lezen kun je aan signaalwoorden zien op welke manier zinnen en alinea's met elkaar verbonden zijn. 

Dezelfde signaalwoorden en verbanden kun je herkennen in gedichten.


Slide 9 - Slide

Het verband tussen strofen is bijvoorbeeld een opsomming
Voorbeeld:

Ben je skeer, is er niks meer dan hoop
Want succes dat ligt niet in de winkel te koop
Maar zeg mij: wie is daar als je ligt in de goot
Ik ging spitten en zo en dat werd beloond
Ik duw, 
ik trek,
 ik ren
Geen een PS aan een fan



Slide 10 - Slide

Het verband tussen strofen is bijvoorbeeld een tegenstelling


De inhoud van de strofen staat tegenover elkaar


Voorbeeld:


Lachen in de zon, 
maar soms ook verdriet,
Een selfie met vrienden, 
terwijl je innerlijk schiet.
Vrijheid in de nacht, 
maar regels in het licht,
Het leven een spel, met een serieuze plicht.

Slide 11 - Slide

Het verband tussen strofen is een herhaling

In letterlijk dezelfde woorden of zinnen of juist in andere woorden
Voorbeeld:

Onder de lichten, zo fel en vrij,
Voel je de wereld, het leven is blij,
Onder de lichten, zo fel en vrij,
Dromen en hopen, jij bent erbij

Slide 12 - Slide

Het verband tussen strofen is een reden

Een strofe legt uit wat de reden is van iets dat in een eerder strofe gezegd is
Voorbeeld:


In de klas, de tijd gaat snel,
Omdat je met vrienden alles wel,
In de klas, de tijd gaat snel,
Lachen en leren, dat maakt je fel

Slide 13 - Slide

In een gedicht komen woorden of zinnen meerdere keren terug. Welk verband zit er tussen de strofen?
A
Tegenstelling
B
Reden
C
Herhaling
D
Opsomming

Slide 14 - Quiz

''In de nacht, de sterren stralen,
Flonkerend licht, geheimen verhalen.
Maar dan komt de dag, met zijn gouden gloed
De zon verwelkomt, alles wordt zo zoet.''
A
Reden
B
Tegenstelling
C
Herhaling
D
Opsomming

Slide 15 - Quiz

Aan het werk!




We gaan aan de slag met het werkboekje.
Ben je klaar? Dan lever je het boekje bij mij in!

Slide 16 - Slide