1B 10 feb 25 (meer dan lezen paragraaf 5)

Inleiding, middenstuk en slot
Nederlands 1B - Maandag 10 februari 2025
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Inleiding, middenstuk en slot
Nederlands 1B - Maandag 10 februari 2025

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
- Eerst stillezen 
- Spel: 'En toen...' in tweetallen 
- Uitleg inleiding, middenstuk, slot met quiz op je laptop
- Opdrachten maken, meer dan lezen paragraaf 5
- Toets lezen inplannen? 


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Stillezen 
Op tafel alleen je leesboek!

Slide 4 - Slide

Wat is een alinea?
A
Een lijst met opsommingstekens.
B
Een enkel woord.
C
Een groep zinnen over één onderwerp.
D
Een hele pagina tekst.

Slide 5 - Quiz

Wat is waar?
Inleiding-middenstuk-slot
A
De inleiding is altijd één alinea.
B
De laatste alinea van de tekst is het slot.

Slide 6 - Quiz

Wat is waar?
inleiding-middenstuk-slot
A
Het middenstuk is het grootste gedeelte van de tekst.
B
Het eerste deel van de tekst heet het SLOT

Slide 7 - Quiz

Wat is waar?
inleiding-middenstuk-slot
A
Een inleiding bestaat uit één zin.
B
In het slot wordt het belangrijkste herhaald.

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste woord:

In een [inleiding / middenstuk / slot] van een tekst
maak je kennis met het onderwerp van de tekst.
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 9 - Quiz

Alle teksten hebben een inleiding - middenstuk - slot
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat staat waar?
Kies uit: inleiding, middenstuk of slot

Slide 11 - Slide

Introductie van het onderwerp
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 12 - Quiz

Conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 13 - Quiz

Anekdote (= leuk verhaaltje, weetje)
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 14 - Quiz

Wat is een synoniem voor 'mooi'?
A
prachtig
B
lelijk
C
oud
D
slecht

Slide 15 - Quiz

Samenvatting
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 16 - Quiz

Wat is een synoniem voor 'blij'?
A
vrolijk
B
verdrietig
C
boos
D
moe

Slide 17 - Quiz

Afronding
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 18 - Quiz

Wat is een synoniem voor 'huis'?
A
tuin
B
gebouw
C
straat
D
woning

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Zelfstandig werken
In je schrift: Opdracht 1 t/m 3 op bladzijde 32-34
In tweetallen: Opdracht 6

Huiswerk voor morgen: Opdracht 1 t/m 3 afmaken 

Slide 21 - Slide