2.3 Hoe wil je wonen?

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

2.3 Leerdoelen

1. Je kunt uitleggen wat de woningmarkt is.

2. Je kunt vaststellen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag.

3. Je kunt kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt

4. Je kunt uitleggen wat een hypothecaire lening is

5. Je kunt voorbeelden noemen van gemeentelijke belastingen.

Woningmarkt= de totale vraag naar en aanbod van woningen

De woningmarkt is onder te verdelen in:

• Markt voor koopwoningen
• Markt voor  huurwoningen

Sociale huurwoningen

Vrije sector huurwoningen

• Sociale huurwoningen:
• -> huur per maand tot ongeveer €740
• -> berekening maximale huurprijs met puntensysteem
• Vrije sector huurwoningen
• -> huur per maand meer dan €740

Huurtoeslag

• Financiële bijdrage van de overheid, om een deel van de huur te kunnen betalen
• Wanneer je inkomen (en je vermogen!) te laag is om de huur te betalen
• Aanvragen bij de belastingdienst
  

Extra kosten voor de koper, behalve het aankoopbedrag = kosten koper = k.k.

• Overdrachtsbelasting (2%; alleen bij bestaande woning. Niet bij een nieuwbouwwoning))
• Notariskosten. Die maakt de officiële transportakte
  
• transportakte gaat naar het kadaster (soort grote opslag voor allemaal akten). Zo zie je wie precies eigenaar is van welke onroerende goederen (huis/ grond)

Hypothecaire lening (= hypotheek)

• Geldlening voor de aanschaf van een woning
• Looptijd meestal 30 jaar
• Woning = onderpand

Voordeel voor kopers: je kan betaalde rente van een hypotheek voor een deel terug krijgen van de belastingdienst

Gemeentelijke belastingen

• Onroerendezaakbelasting (OZB) is op basis van WOZ-waarde
• WOZ-waarde wordt vastgesteld door gemeente
• Let op: OZB is heel klein percentage!! --> rekenen
• Ook nog andere belastingen als huiseigenaar zoals:

           - rioolheffing
           - afvalstoffenheffing