LJ1 3 Herhaling spelling / LJ2 3 Herhaling spelling

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: Herhaling Spelling
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: Herhaling Spelling
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
LJ1: Open je boek op blz 125.

LJ2: Begin met het maken van het werkblad


Huiswerk controle

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je de spelling van blok 3 toepassen. 


Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Realiseert een oplossing volgens plan.
- Formuleert criteria voor de oplossing. 

Slide 3 - Slide

4. Instructie
Iedereen doet mee met de instructie. 

Slide 4 - Slide

Vorige les:

PV t.t.

Slide 5 - Slide

ik - vorm

ik + t

ik + t




hele werkwoord

hele werkwoord

hele werkwoord

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
  • Hoe vinden we de persoonsvorm ook alweer?
  • Wat kun je aan de persoonsvorm zien?
  • Aan de persoonsvorm zie je of de zin in de tegenwoordige, of in de verleden tijd staat!

Slide 7 - Slide

ik - vorm + de / te

ik - vorm + de / te

ik - vorm + de /te




ik - vorm + den / ten

ik - vorm + den / ten

ik = vorm + den / ten
laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)
nee - de(n)

Slide 8 - Slide

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
Ik wist niet wanneer we ______ (gaan)barbecueën.

Slide 9 - Open question

Omdat het alarm afging, ..... ( begeleiden) de gids ons naar de uitgang van het museum.

Slide 10 - Open question

Het ..... (verbazen) de timmerman hoe moeilijk de zaag door hardhout gaat.

Slide 11 - Open question

laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)
nee - de(n)

Slide 12 - Slide

PV v.t.
Door het kleine foutje ......... (zakken v.t.) de leerling voor het examen.
laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)
nee - de(n)

Slide 13 - Slide

PV v.t.
Door het kleine foutje ......... (zakken v.t.) de leerling voor het examen.
laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)
nee - de(n)
stam = zakk

't kofschip

ja = +te(n)

Slide 14 - Slide

PV v.t.
............. (gebruiken v.t.) jij vroeger ook die ene shampoo?
laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)
nee - de(n)

Slide 15 - Slide

PV v.t.
............. (gebruiken v.t.) jij vroeger ook die ene shampoo?
laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)
nee - de(n)
stam = gebruik

't kofschip

ja = +te(n)

Slide 16 - Slide

PV v.t.
Ik ................. (deinzen) er niet voor terug moeilijke opgaven te maken.
laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)
nee - de(n)

Slide 17 - Slide

PV v.t.
Ik ................. (deinzen) er niet voor terug moeilijke opgaven te maken.
laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)
nee - de(n)
stam = deinz

't kofschip

nee = +de(n)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Klankveranderende werkwoorden
Schrijf op zoals je het hoort.

De cavia sliep de hele dag.

Slide 20 - Slide

Het kindje _____ over de deurmat.
A
Struikelt
B
Struikeld

Slide 21 - Quiz

________ jij vroeger ook die ene shampoo?
A
Gebruikte
B
Gebruikde

Slide 22 - Quiz

Mijn ouders _____ mijn broertje voor zijn verjaardag. (Verrassen)

Slide 23 - Open question

Kim _____ tegen haar moeder. (Liegen)

Slide 24 - Open question

5. Begeleid inoefenen
nvt

Slide 25 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig het werkblad. 



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdracht na.
Daarna ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 26 - Slide

1. Lesopening
LJ2: Open je boek van Nederlands op blz 124

Slide 27 - Slide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je de spelling van blok 3 toepassen. 


Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Realiseert een oplossing volgens plan.
- Formuleert criteria voor de oplossing. 

Slide 28 - Slide

3. Mini-check
NVT

Slide 29 - Slide

ik - vorm + de / te

ik - vorm + de / te

ik - vorm + de /te




ik - vorm + den / ten

ik - vorm + den / ten

ik = vorm + den / ten
laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)
nee - de(n)

Slide 30 - Slide

laatste letter stam

't ex-kofschip

ja - te(n)
nee - de(n)

Slide 31 - Slide

voltooid deelwoord    ...  bijvoeglijk naamwoord
je kunt een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.
de arm is gebroken --> de gebroken arm 
de aardappels zijn gekookt --> de gekookte aardappels

Slide 32 - Slide

spellingsregels 
- schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk. (de klank moet hetzelfde blijven)

- bij woorden met een korte klank kan er een extra medeklinker komen.

- bij woorden met een lange klank kan er een klinker weggaan.

Het plafond is gewit .... het gewitte plafond
De plantjes zijn vergaan ... de vergane plantjes

Slide 33 - Slide

denkstappen:
1. Kijk naar het hele werkwoord  
Bedenk een gemakkelijke zin         
Maak dan van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord

Slide 34 - Slide

hoofdletters
Je zet een hoofdletter aan het begin van een zin.

                                                                              uitzonderingen:                                    
 de zin begint met een afkorting                                                  de zin begint met een getal
's Avonds     (komt van des avonds)                                              25% van de klas ......                                            
 't Is    (komt van het is)                                                                        150 euro is gewonnen door .....

tweede woord krijgt de hoofdletter                                              helemaal geen hoofdletter
                                                                                                                         
                                                                                                                      

Slide 35 - Slide

De hagelslag van venz vind ik het lekkerst.

venz moet met een hoofdletter, het is de naam van een merk.
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

lust je een glas cola?

..... woorden moet je met een hoofdletter schrijven.
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 37 - Quiz

meneer janssen is trots op zijn nieuwe fiat.

.... woorden moet je met een hoofdletter schrijven.
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 38 - Quiz

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
Mijn broertje ______ (raden) zijn cadeau meteen.

Slide 39 - Open question

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
Een minstreel ______ (zijn)een middeleeuwse artiest.

Slide 40 - Open question

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
Mijn vriendin ______ (bellen)mij.

Slide 41 - Open question

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
De wond ______ (bloeden)hevig.

Slide 42 - Open question

5. Begeleid inoefenen
Nvt

Slide 43 - Slide

6. Zelfstandig werken
LJ 1- Je maakt het werkblad 
LJ 2-Je maakt nu het werkblad af. Verbeter ook goed wat je fout denkt te hebben na de extra uitleg. 


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na
Daarna ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 44 - Slide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

                    

Slide 45 - Slide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?




                    

Slide 46 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Dinsdag 14 februari
Werkblad spelling af

Huiswerk LJ2: 
Dinsdag 14 februari
Werkblad spelling af
Toetsen LJ1: 
-


Toetsen LJ2: 
-

Slide 47 - Slide