SLS - H6 - les 17

17
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Verkoop en relatiebeheerMBOStudiejaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

17

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Je hebt een offerte gestuurd naar een potentiële klant. Deze klant heeft nog niet gereageerd op de gestuurde offerte.

Wat is op dit moment de status van de offerte in de offerte registratie?
A
Bevestigd
B
Goed gekeurd
C
Open
D
Bindend

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een offorte?
A
Een order bevestiging
B
Een overzicht van prijs, leveringsconditie
C
Softwareprogramma om offertes te maken
D
Een spelfout

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Op welke drie punten moet je een offerte beoordelen?

A
prijs- kwaliteit - leveringsbetrouwbaarheid
B
prijs - kortingen - leveringsbetrouwbaarheid
C
kwaliteit - onderhandelingscondities - leveringscondities

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

waarom is de procedure omtrent aanbesteding zo formeel geregeld?
A
om het ingewikkeld te maken waardoor niet iedereen meedoet
B
omdat E4C2AK er mee kqan werken
C
omdat het om publiek geld (belastingsgeld) gaat
D
omdat de overheid het gemakkelijk wil maken

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een offerte?
A
Een order bevestiging
B
Een overzicht van prijs, korting en leveringsconditie
C
Een betalingsovereenkomst
D
Een formeel aanbod

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welke begrippen horen bij
Europese Aanbesteding?
A
(semi)overheidsbedrijven en drempelbedragen
B
Bouwbedrijven en gunstige offertes
C
Fraude
D
Brussel

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Aanbestedingsplicht bij inkopen geldt voor:
A
Europese bedrijven en overheden
B
Leveringen > 100.000 van Europese overheden
C
Werken > EUR 100.000 van Europese overheden
D
Er staat geen juist antwoord bij.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een aanbesteding?
A
Een bedrijf geeft verschillende partijen de kans om een offerte uit te brengen voor een opdracht.
B
Een bedrijf laat delen van de productie of distributie door verschillende partijen uitvoeren.
C
Een bedrijf laat verschillende partijen samenwerken aan een grote opdracht.
D
Alle 5 antwoorden zijn correct

Slide 30 - Quiz

Toets term 3.2
Van wat voor soort korting spreken we hier?
A
Actiekorting
B
Vasteklantenkorting
C
Betalingskorting
D
Seizoenskorting

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welke 3 soorten kortingen waren er?
A
Rabatten, betalingskorting, kwamtumkorting,
B
Rabatten, betalingskorting, gammakorting
C
Kredietbeperkingstoeslag, korting bij contante betalingen & leverancierskrediet
D
Leverancierskrediet, omzetbonus & korting bij contante betaling

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions


Van welke soort korting is er sprake in de afbeelding?
A
Kwantumkorting
B
Actiekorting
C
Korting door non-service
D
Weggeefkorting

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Van wat voor soort korting spreken we hier?
A
Actiekorting
B
Afnamebonus
C
Vasteklantenkorting
D
Betalingskorting

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Een koopovereenkomst betekent voor de koper?
A
recht om op tijd te betalen
B
recht op degelijk product
C
plicht om te leveren

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat staat er in de algemene voorwaarden van een koopovereenkomst?
A
de gegevens van de koper en de verkoper
B
of het een deugdelijk product is
C
de precieze uitwerking van alle rechten en plichten
D
pagina´s lange tekst die nooit iemand leest omdat het te veel werk is

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er als de koopovereenkomst wordt ontbonden?
A
Verkoper betaalt schadevergoeding aan klant.
B
Koper krijgt geld terug en verkoper krijgt product terug.
C
Verkoper laat product repareren of vergoeden door de fabrikant.

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Welke bewijskracht heeft een koopovereenkomst?
A
vrije bewijskracht
B
dwingend bewijskracht tussen partijen
C
dwingend bewijskracht tegen iedereen

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions