A3d - Periode 3 - Buen Viaje les 2 - GSE (04-02-2022)

Bienvenidos
¿Qué día y qué fecha es hoy?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bienvenidos
¿Qué día y qué fecha es hoy?

Slide 1 - Slide

Info
Entregar: La vivienda
Voor in de klas neerleggen.
Uiterlijk de eerste les na de inhaaltoets.

Inhalen mondeling Riven en Lars (inplannen)

Slide 2 - Slide

El programa de hoy
  • DEBERES (5m)
  • GRAMÁTICA (15m)
       - 1) Las preposiciones 
       - 2) ir a + infinitivo, 
       - Practicar
  • EL CLIMA en Méjico, p.16-17 (10m)
  • LA EXCURSIÓN (10m)
  •  DIARIO + Deberes y evaluación (5m)

Slide 3 - Slide

Información práctica

Toetsweek: Toets Buen Viaje + aanvulling

Boekje 'Buen viaje': moet compleet zijn

Portfolio: 
        Tarea 1: Organizar una excursión a una isla hispanohablante (muurposter)
        Tarea 2: Hablar sobre las excursiones en la feria de vacaciones (vakantiebeurs, vgl. taaldorp)

SAMEN LEZEN p. 39 -> preguntas?

Slide 4 - Slide

Los deberes fueron:
leren: 
vocab tema 6 rechterkolom in beide richtingen  -> vandaag ook de linkerkolom
por/para uit Paso adelante p.97 -> wie legt uit?

(af)maken:
p.15 (beschrijf kleding),  p.18 (viajes), p.20 (por para); p.62-63: tema 6 leva tarea 1 (=5 vragen)
Nadenken over groepsindeling PO en voorkeuren Spaanstalig eiland 


Slide 5 - Slide

15m - GRAMATICA: Las preposiciones ‘en’ y ‘a’
HACER:
1. Vídeo: wat is het verschil tussen ‘en’ en ‘a’?
2. Ga nu naar Paso adelante en bestudeer ook de overige voorbeelden, p.97 ‘en’ en ‘a’. Leer uit het hoofd.












Slide 6 - Slide

La preposiciones ‘de’ y ‘con’
‘de’ = van
‘con’ = met

Slide 7 - Slide

Gramática: ir a + infinitivo
ir = gaan     (vervoeging: voy, vas, va, vamos, vais, van)
a = naar
Ejemplo:  (Yo) voy a la escuela = Ik ga naar school.

MAAR: ‘ir a + infinitivo (hele werkwoord)’ wil zeggen dat je iets gaat doen of dat iets gaat gebeuren (in de toekomende tijd).
Ejemplo:  María va a comer patatas = María gaat patat eten.
                                                                       LET OP: In het Spaans staan de werkwoorden bij elkaar.

Lees het na in Paso adelante p. 103.

Slide 8 - Slide

10m - Practicar
HACER:
  • p.21 oef 14c+ 15 (voorzetsels)
  • p. 23: Lees oef 26a, maak oef 26bc 

Klaar? Maak p.22 (voorzetsels) + maak p.23-24 oef 27 (ir a + infinitivo)


TIP: 
zoek onbekende woorden op achterin PA3 of in het woordenboek
timer
6:00

Slide 9 - Slide

10m - El clima: las previsiones del tiempo, p.16-17
ESTUDIAR: p.16 
HACER: p.17, ej. 13 + 14

Slide 10 - Slide

10m - Tarea: Excursión a una isla
1. Je gaat in groepjes een excursie bedenken naar een Spaanstalig eiland. Hoe kun je daar in het Spaans over vertellen? -> p.7 Como describir... 

2. Explicación de la tarea práctica ’La excursión’ (slide 20-28)

3. Grupos + islas (vul de groepsindeling in op classroom)

4. Maak taakverdeling en zoek info zodra je je eiland weet



AYUDA? Uitleg + voorbeelden op p.40-42

Slide 11 - Slide

5m - DIARIO
¿Qué has hecho esta clase?
¿Cómo has trabajado?

Vul je diario in.

Slide 12 - Slide

Deberes para la próxima clase



Leren: 
p. 16 woorden en zinnen over klimaat

Maken:
p.17 oef 13 + 14 (el clima)
p. 21 oef 14 (voorzetsels)
p.23-24 oef 27+28
p.63: leva tarea 2




+ Werken aan de EXCURSIE- opdracht:

Ieder groepslid kijkt voorafgaand aan de volgende les op internet en vormt zich een beeld van 1) de ligging van het eiland 2) natuur, 3) steden en dorpen, 4) toeristische attracties, bezienswaardigheden. Zorg dat je tijdens de les een korte impressie in het Nederlands kunt geven van het eiland: waar ligt het, hoe ziet het eruit, wat is er te doen. 

Slide 13 - Slide

Voordat we beginnen:
Entregar: La vivienda

Voor in de klas neerleggen

Slide 14 - Slide

El programa de hoy
  1. ¿Qué tal?
  2. 5m - Introducción: BUEN VIAJE 
  3. 20m- ROPA y otras cosas para llevar + describir (p.6, 14, 15) 
  4. 15m - POR/PARA, PA3 p.97 + Buen Viaje p.20 
  5. 10m - VIAJES: p.18
  6. 5m - DIARIO
  7. Deberes y evaluación

Slide 15 - Slide

Nuevo tema: BUEN VIAJE
¿Qué significa este tema?

Slide 16 - Slide

¿Cuál es tu país favorito,
y por qué?
Contesta en español.

Slide 17 - Mind map

Información práctica

Toetsweek: Toets Buen Viaje + aanvulling 

Leerlingboekje ‘Buen viaje’ moet compleet zijn

Beoordeling opdrachten:
        Tarea 1: Organizar una excursión a una isla hispanohablante (muurposter)
        Tarea 2: Hablar sobre las excursiones en la feria de vacaciones (vakantiebeurs, vgl. taaldorp)

Slide 18 - Slide

5m - Vocabulario 
(p.6 rechterkolom)
Bestudeer 2 minuten, rechterkolom, leren in beide richtingen.

Daarna: reproduceer zoveel mogelijk Spaanse woorden (schrijf ze op!).
timer
2:00

Slide 19 - Slide

15m - ROPA 
y otras cosas para llevar
5 minutos
- Leer (lezen) p. 14 y 15

10 minutos en parejas:
- Hacer ej. 4a 
- Hacer ej. p. 15: kies 3 artikelen en beschrijf

Klaar? Maak 4b (p.14)
Om de vragen te kunnen oplossen, moet je de regels lezen van boven naar beneden !!!

Slide 20 - Slide

15m - Gramática: POR/PARA
5 min en clase:
Bestudeer Paso adelante p.97 

10 min individual:
- Schrijf bij POR en PARA allebei drie kenmerken
- Leer ze uit je hoofd (boek dicht en reproduceren)
- maak p. 20 uit 'Buen Viaje': oef 13ab (c)

5 min en clase:
Nabespreken
POR vs. PARA

Slide 21 - Slide

10m - VIAJES
5 min en clase:
- p. 18: voorbespreken 'ofertas de viajes'

10 min en parejas:
- onbekende woorden opzoeken
- thuis (af)maken p.18 helemaal

Slide 22 - Slide

5m - DIARIO INVULLEN
¿Qué has hecho esta clase?
¿Cómo has trabajado?

Slide 23 - Slide

Deberes
leren: 
vocab tema 6 rechterkolom in beide richtingen + por/para uit Paso adelante p.97


maken:
p.14 oef 4A (namen van kleding), p.15 (beschrijf kleding), p.18 (viajes), p.20 (por para)
p.62-63: tema 6 leva tarea 1 (=5 vragen)
denk na over groepsindeling PO en voorkeuren eiland dat je wil presenteren

Slide 24 - Slide