6.3 werken voor de overheid en 6.4 inkomsten van de overheid

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 46
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling paragraaf 1 en 2 (10 min)
  • Behandelen Hoofdstuk 6 paragraaf 3 (10 min)
  • Behandelen Hoofdstuk 6 paragraaf 4 (10 min)
  • zelfstandig werken (15 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is een collectieve voorziening?
A
Een marktplein
B
Een winkelcentrum
C
Een tuinwinkel
D
De Mc Donalds

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn collectieve voorzieningen?
A
zwembad, fietspad, onderwijs
B
onderwijs, auto's leger
C
fietspad, straatverlichting, flat

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN collectieve voorziening?
A
Park
B
Basisschool
C
Sportschool
D
Snelweg

Slide 6 - Quiz

Collectieve voorzieningen
Voorzieningen die de overheid betaalt en waar iedereen gebruik van mag maken.
Collectieve voorzieningen ...
A
mogen door iedereen gebruikt worden
B
mogen alleen bedrijven gebruik van maken
C
worden betaald door de bedrijven
D
worden betaald door de overheid

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen collectieve voorziening?
A
School
B
Leger
C
Ziekenhuis
D
Kledingwinkel

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een collectieve voorziening?
A
een voorziening die met collectes wordt betaald
B
een voorziening die door de regering wordt betaald
C
een schaarse voorziening
D
een voorziening met bijzondere collecties

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe betaalt de overheid de aanleg en/of het onderhoud van een collectieve voorziening?
A
Via iDeal
B
Niet, dit is een taak van de rechter.
C
Met smeergeld
D
Belastinggeld

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het rijk?
A
Verenigd Oost-Indische Compagnie
B
West Indische Compagnie
C
De Nederlandse overheid
D
Bestuurders van een provincie

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet het Rijk NIET?
A
Aanleggen snelweg
B
Aanleggen spoorlijn
C
Aanleggen drempel in woonwijk
D
aanleggen nieuw vliegveld

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De gemeente regelt .....
A
zaken voor het hele land.
B
de indeling van het grondgebied.
C
de infrastructuur.
D
alles in je woonplaats.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn taken van de gemeente?
A
Bevolkingsregister bijhouden
B
Paspoort uitgifte
C
Bouwvergunning verlenen
D
Bepalen of een dorp mag uitbreiden

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn taken van de provincie
A
uitgeven nieuw paspoort
B
jeugdzorg bieden aan gezinnen
C
aanleg nieuwe weg tussen 2 steden
D
uitvoeren van oudernzorg

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De provincie houdt zich bezig met...
A
De overheid
B
Regionale taken
C
Behoud van de semi-kapitalistische fondsenverwerving
D
Verkoop

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een taak van de provincie?
A
Planning van een woonwijk
B
Zuiveren van afvalwater
C
Leveren van goederen
D
Aansturen van ministers

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

6.3 Werken voor de overheid

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat een ambtenaar is.
  • voorbeelden noemen van waar een ambtenaar kan werken.
  • uitleggen wat infrastructuur is.
  • uitleggen wat de collectieve en particuliere sector is.
  • uitleggen welke rol de overheid hierin heeft.
Wat gaan we leren?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 20 - Video

This item has no instructions

  • Een ambtenaar is iemand
     die werkt in dienst van de
     overheid.
  • Er wordt ook wel gezegd
     dat zij in de 'collectieve
     sector werken'.
Ambtenaar

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

  • Infrastructuur zijn de
      voorzieningen, waardoor
      bedrijven gemakkelijk kunnen
      produceren.
  • Voorbeelden zijn de wegen,
      waterleidingen, sporen,
      vaarwateren, vliegvelden, havens,
      internet en het
      elektriciteitsnetwerk. 
Infrastructuur

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden infrastructuur

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

  • De collectieve sector omvat alle
      instellingen die betaald worden
      van belastinggeld of sociale
      premies.
  • Er is geen winstoogmerk / het
     doel is niet om winst te maken.
  • Ambtenaren werken in de
     collectieve sector.


Collectieve sector

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Collectieve sector
Rijk(soverheid)
Provincie
Gelderland
Gemeente
Oost Gerle

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Den Haag
Rijksoverheid
Minister-president, ministers, Tweede Kamer.
Klokhuis: democratie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Provincie
Regelt zaken als het openbaar vervoer in de provincie en de drinkwatervoorziening. En alle zaken die in de provincie geregeld dienen te worden, zoals ruimtelijke ordening en infrastructuur.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Gemeente
-De gemeente regels alles in je woonplaats.
-Kun je een paspoort, rijbewijs, ID-kaart halen.
-De gemeente wordt bestuurd door een burgemeesters en wethouders.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

  • De particuliere sector zijn alle bedrijven
     die kunnen bestaan zonder geld van de
     overheid. Ze zijn handen van burgers
     (restaurants, taxibedrijven etc.).
  • Er is een winstoogmerk.
  • Zij mogen zelf weten wat ze produceren.

  • Moeten bestaan van hun verkoopopbrengsten.

Particuliere sector

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

6.4 inkomsten van de overheid

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

lesdoelen
Je leert wat de belangrijkste inkomsten van de overheid zijn. Je leert over verschillende soorten belastingen en welke niet-belastingontvangsten de overheid heeft.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Inkomsten overheid
  • Belastinginkomsten
  • Niet-belastinginkomsten

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Directe belastingen:
  • Belastingen die je direct aan de overheid betaald
  • Loon- en inkomsten belasting en vennootschapsbelasting

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Indirecte belasting
Indirecte belasting:
  • Btw
  • Accijns

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

btw=

belasting toegevoegde waarde

Btw is een indirecte belasting (bedrijven ontvangen de btw van de consument en de bedrijven betalen het btw-bedrag aan de belastingdienst)


Er zijn drie btw-tarieven:

  • 21% (luxe goederen),
  • 9%  (noodzakelijke levensbehoeften),
  • of 0% (onderwijs, gezondheid)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

BTW
Wat betekent BTW?
Welke tarieven kennen we in Nederland?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Accijns
Accijns is een belasting op bepaalde producten met als doel de prijs te verhogen. Hierdoor wordt het gebruik verminderd. 

  • Alcohol
  • Benzine
  • Tabak

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Accijns
De overheid maakt bepaalde producten duurder omdat deze slecht zijn voor het milieu of de gezondheid. 

  • Benzine, tabak, alcohol

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Niet-belastinginkomsten

Dit betaal je als de overheid je een dienst levert, bijvoorbeeld een paspoort of rijbewijs.

Boetes
Bijdragen voor collectieve voorzieningen

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Inkomstenbelasting

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Inkomsten van het Rijk
Indirecte belastingen zitten in de prijs van een product verwerkt, bijv. btw, accijns, toeristenbelasting (= kostprijsverhogende belastingen).
Directe belastingen betaal je rechtstreeks aan de overheid, bijv. loonbelasting, vennootschapsbelasting (= belasting over inkomen, winst en vermogen).
bijv. aardgasbaten, staatsloterij, boetes
premies sociale verzekeringen

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN?

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

opdrachten maken

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
  • Maken opdrachten paragraaf 3 en 4
  • alleen de toepassingsvragen (vanaf vraag 6) 

  • Lees de theorie 
  • Maak de opdrachten 

Slide 46 - Slide

This item has no instructions