This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Grootst
Kleinst
Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel
Weefsel
Cel
Slide 1 - Drag question
Opdracht:
Sleep de organen naar de juiste plek in de torso.
Slide 2 - Drag question
Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel
Slide 3 - Quiz
Heeft een kip organen? En heeft een worm organen?
A
Alleen een kip heeft organen
B
Alleen een worm heeft organen
C
Een kip en een worm hebben allebei organen
D
Geen van beide hebben organen
Slide 4 - Quiz
Welke organen zie je hier? (1 woord meervouw)
Slide 5 - Open question
Hoe heet orgaan 4?
Slide 6 - Open question
In afbeelding 1 zijn vier plaatsen aangegeven met een letter. In afbeelding 2 zie je een dwarsdoorsnede van de romp. Op welke plaats is deze dwarsdoorsnede gemaakt?
A
Lijn A
B
Lijn B
C
Lijn C
D
Lijn D
Slide 7 - Quiz
Opdracht:
Sleep de organen naar de juiste plek in de torso.
Slide 8 - Drag question
Opdracht:
Sleep de organen naar de juiste plek in de torso.
Slide 9 - Drag question
Hiernaast staat een afbeelding van een dwarsdoorsnede van de romp. Welke kant is de buikkant?
A
Onderkant van de afbeelding
B
Bovenkant van de afbeelding
C
Dat is niet de bepalen
D
Een zijkant
Slide 10 - Quiz
In het plaatje zie je een dwarsdoorsnede van de romp van een mens (ter hoogte van de navel). Hoe heet onderdeel 2?
A
aorta
B
Nier
C
Dikke darm
D
dunnen darm
Slide 11 - Quiz
Welk deel van de plant maakt de voedingsstoffen van de plant?
A
Bloem
B
Stengel
C
Bladeren
D
Wortels
Slide 12 - Quiz
Is de plant in de afbeelding een houtachtige of een kruidachtige plant.
A
Kruidachtige plant
B
Houtachtige plant
Slide 13 - Quiz
Wat nemen wortelharen op uit de grond?
A
Water, suikers mineralen
B
Water en energie
C
mineralen en water
D
suiker en water
Slide 14 - Quiz
Vaatbundels lopen door
A
de stengels
B
de wortels
C
de bladeren
D
door A, B en C
Slide 15 - Quiz
In de afbeelding hiernaast zie je een blaadje zonder bladmoes. Hoe noemen we dit?