This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Dierlijke cel
Plantaardige cel
Schimmelcel
Bacteriecel
Slide 1 - Drag question
Deze pup lijkt op een dalmatiër, maar zijn vader is een pitbull. Deze pup kan straks zelf ook jongen krijgen. Behoren de pitbull en dalmatiër tot dezelfde soort?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
B3.2 dieren
Slide 3 - Slide
Leerdoel
Je kunt kenmerken noemen van vijf groepen gewervelde dieren
Slide 4 - Slide
Wervelkolom
Dieren met een wervelkolom noem je gewervelde dieren.
Zijn wij ook gewervelde dieren?
Slide 5 - Slide
Gewervelde dieren
Er zijn vijf groepen gewervelde dieren:
vissen
amfibieën
reptielen
vogels
zoogdieren
Lukt het om de groepen uit elkaar de houden?
Slide 6 - Slide
A
amfibieën
B
vissen
C
reptielen
D
zoogdieren
Slide 7 - Quiz
A
amfibieën
B
vissen
C
vogels
D
zoogdieren
Slide 8 - Quiz
A
amfibieën
B
vissen
C
vogels
D
zoogdieren
Slide 9 - Quiz
A
amfibieën
B
vissen
C
reptielen
D
zoogdieren
Slide 10 - Quiz
A
amfibieën
B
vogels
C
reptielen
D
zoogdieren
Slide 11 - Quiz
A
amfibieën
B
vissen
C
reptielen
D
zoogdieren
Slide 12 - Quiz
Gewervelde dieren
Soms is het lastig om te bepalen bij welke groep een dier hoort. Daarom letten we op deze 4 kenmerken:
Ademhaling
Huid
Voortplanting
Leeromgeving
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Welke groep heeft géén wervelkolom?
A
Vissen
B
Insecten
C
Amfibieen
D
Zoogdieren
Slide 15 - Quiz
Welke dieren halen adem met kieuwen en huid?
A
Amfibieën
B
Reptielen
C
Vissen
D
Vogels
Slide 16 - Quiz
Als een organisme huid met haren heeft dan valt het onder de...