Tâche - beoordelen 2v

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2,3

Bonjour & bienvenue

Programme

* La tâche partie 1 & 2

Explication partie 2 (spreekvaardigheid)

Bron F

Quiz

_{Les buts}

• Ik weet wat er van mij verwacht wordt.

• Ik ken de leerdoelen van de taaltaak.
• Ik kan voorbeelden beoordelen.

https:

Vous êtes où?
Il y a des questions?

Partie 2

Le tour commence!!

Bonjour tout le monde,

Je suis très fier de vous présenter mon nouveau album dans le monde francophone ! Je commence mon tour en Suisse ! J'ai hâte de vous rencontrer à mon concert. Achetez vos billets rapidement!

Partie 2

Coucou, 

Je suis arrivé à Bern en Suisse. La ville Bern est un peu comme la ville capitale en Suisse, mais ce n’est pas officiel. Quels beaux vieux quartiers charmants sont ici! J’ai visité le musée historique. 

Il y avait une exposition sur Einstein. 

C’était très intéressant ! 

Partie 2

Le concert était bien passé ! Le public était extrêmement enthousiaste! Tout le monde a chanté mon hit "Je m'en vais". La Suisse, je suis aussi fan de vous! Je vous remercie pour votre accueil! Merci pour la recette de la meilleure raclette. Je vais certainement essayer!

Hulpvragen

* Wat is er goed aan? Waarom is dat goed?

* Waarin blinkt het  echt uit?

* Wat zou jij anders doen?

* Waarom is de ene beter dan de andere? Wat is het verschil?

* Wat voor feedback zou je geven op het werk?

* Wat vind je van de presentatie (foto's etc)?

* Wat vind je van de teksten die onder de foto's geschreven zijn?

* Kun jij het beter?

Instagram-accounts

@officielwillywilliam

@lesvoyageurs___     (3 _ achter elkaar)

@maitregims_fp

@mhdofficiellement

Wat vonden jullie de beste?
En welke het minst?
Schrijf kort op en zit daarna klaar om in gesprek te gaan!

jouer

1. huren
2. spelen
3. kamperen
4. zwemmen

visiter la ville

1. de stad bezoeken
2. (in) het buitenland verblijven
3. de vakantie
4. doorbrengen

l'hiver

1. het noorden
2. de zomer
3. het oosten
4. de winter

rencontrer

1. leuk vinden
2. ontmoeten
3. dol zijn op
4. blijven, verblijven

la montagne

1. het landschap
2. de zee
3. de berg
4. het strand

les projets de vacances

1. de vakantie
2. het landschap
3. op vakantie gaan
4. de vakantieplannen

les gens

1. de mensen
2. de talen
3. de woestijn
4. nodig hebben

Nous sommes allés à la plage

Il a fait très chaud

Il y a des plages, des montagnes et des déserts

On parle arabe, berbère et français

lessonup.com

Les devoirs

Faire:

Partie 2 (spreekvaardigheid)

Bron F

(1 zin voorbereiden over wat je in het weekend hebt gedaan)

Au  revoir