This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 1 - Mind map
Slide 2 - Slide
Sleep de zin naar het goede zintuig.
ogen
oren
neus
tong
huid
Dat snoepje is zuur.
Dat ijsje ziet er lekker uit!
Het stinkt hier enorm!
Wat een lekkere biefstuk!
Kijk eens wat lief...
Ja, ik hoor je wel
Tsjonge, dat jeukt.
Slide 3 - Drag question
Welk zintuig gebruik je het meest, denk je? Waarom?
Slide 4 - Open question
Welk zintuig zou je niet willen missen? Waarom?
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Iets wat vies smaakt wordt minder vies als je je neus dichtknijpt, hoe kan dat?
Slide 7 - Open question
Een kruipend dier zoals een adder ruikt met zijn tong. Een vlinder kan proeven met zijn voorpoten. Dat is niet voor niks. Kun jij bedenken waarom?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Sleep de naam van het juiste dier naar het juiste plaatje.
vlinder
kat
slang
mens
hond
Slide 10 - Drag question
Wat kun je waarnemen met je tong?
Slide 11 - Open question
Sleep de goede begrippen naar de juiste plaats op de tong.
zoet
zout
bitter
zuur
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Slide
Als je van een lichte kamer in een donkere kamer komt zie je alles even niet zo goed. Na een tijdje weer wel. Hoe komt dat?
Slide 14 - Open question
Strek je arm uit en leg je gum zo ver mogelijk voor je op tafel. Doe nu één oog dicht en probeer de gum in één keer aan te raken. Wat gebeurt er? Hoe komt dat?
Slide 15 - Open question
Hoe heet het vlies dat de geluiden in je oor opvangt, waarom zou het zo heten?