klas 2 theorie h.1 + h.2 LEZEN

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

klas 2 
herhalen h.1
LEZEN

Slide 2 - Slide

Wat doen we deze les?


  • We herhalen de theorie van h.1 LEZEN

  • Jullie gaan verder werken aan De Brug (blz. 238 en verder). maken opdr. 1 + 3
 

Slide 3 - Slide

h.1 LEZEN

hoofdzaken:

De belangrijkste informatie van een tekst nemen we de hoofdzaken. Je vindt ze vaak op 
voorkeursplaatsen: inleiding en slot van de tekst.

bijzaken: zijn niet zo belangrijk.

Slide 4 - Slide

  • De kernzin bevat de belangrijkste informatie van een alinea.

  • De kernzin is meestal de eerste of soms de laatste zin van de alinea.
  • In de zinnen voor of na de kernzin staat dan een nadere uitleg of een voorbeeld.
  • Soms is de kernzin de tweede zin. Vaak geeft de eerste zin het verband met de vorige alinea('s) aan.


Slide 5 - Slide

Totdat het weer lekker loopt

1] Vroeger ging een enkele topsporter wel eens langs bij een sportpsycholoog, en dan het liefst 's avonds, als niemand hem zag. Geen voetballer of schaatser die er graag voor uitkwam dat hij hulp zocht omdat hij was vastgelopen. ‘Tegenwoordig is sportpsychologie hip’, vertelt Edith Rozendaal uit Alkmaar, een van de zeventig erkende sportpsychologen in Nederland. ‘Steeds meer topsporters laten weten dat ze begeleid worden door een sportpsycholoog.’



Slide 6 - Slide


Noteer het onderwerp van de tekst in één woord.


Slide 7 - Open question


Wat is de kernzin van de eerste alinea? 



A
de eerste zin
B
de tweede zin
C
de laatste zin
D

Slide 8 - Quiz

2] De klantenkring van Rozendaal bestaat vooral uit sporters die op een bepaald moment een topprestatie moeten leveren. ‘Daarbij kan van alles in de weg staan. Faalangst of een gebrek aan concentratie bijvoorbeeld. Daar kun je aan werken. Ook kun je een topprestatie bevorderen: door te focussen op je doel, door het visualiseren van bewegingen of door jezelf kracht te geven met bevestigende zinnen als “Ik ben sterk”.’ Een mentale training helpt dus niet alleen als je een probleem hebt, je kunt er ook ‘gewoon’ een betere sporter door worden.




Slide 9 - Slide


Welk verband geeft het signaalwoord 'bijvoorbeeld' aan? 



A
tegenstellend verband
B
chronologische verband
C
opsommend verband
D
toelichtend verband

Slide 10 - Quiz

5] ‘Het loopt even niet zo lekker’, is een zin die Rozendaal vaak hoort. Sportpsychologie mag dan hip zijn, veel sporters komen toch pas als ze ergens mee zitten. Zo werkt Edith nu met een basketballer die steeds als een berg tegen conditietests opziet. ‘Die gaan hem slecht af, zodat hij zich steeds onzekerder is gaan voelen. Hij heeft zelfs zijn longen laten onderzoeken, maar daar bleek niets mee aan de hand te zijn. Toch faalt hij steeds. Hoe meer hij zich zorgen maakt, hoe vaker zijn lichaam weigert. Dat is inmiddels duidelijk. We werken eraan om die spanning te beheersen en dat lijkt succesvol.’


Slide 11 - Slide


Wat is de kernzin van de vijfde alinea? 



A
de eerste zin
B
de tweede zin
C
de laatste zin
D

Slide 12 - Quiz

5] ‘Het loopt even niet zo lekker’, is een zin die Rozendaal vaak hoort. Sportpsychologie mag dan hip zijn, veel sporters komen toch pas als ze ergens mee zitten. Zo werkt Edith nu met een basketballer die steeds als een berg tegen conditietests opziet. ‘Die gaan hem slecht af, zodat hij zich steeds onzekerder is gaan voelen. Hij heeft zelfs zijn longen laten onderzoeken, maar daar bleek niets mee aan de hand te zijn. Toch faalt hij steeds. Hoe meer hij zich zorgen maakt, hoe vaker zijn lichaam weigert. Dat is inmiddels duidelijk. We werken eraan om die spanning te beheersen en dat lijkt succesvol.’


Slide 13 - Slide


Wat licht het signaalwoord 'Zo' toe?
A
veel sporters komen pas als ze een probleem hebben
B
een voorbeeld van een sporter met een probleem
C
een basketballer die tegen conditietests opziet.
D
een basketballer die steeds onzekerder wordt.

Slide 14 - Quiz

Ga aan de slag met het huiswerk:

  • De Brug LEZEN blz. 238 en verder
  • maak opdr. 1 + 3 (t/m 5)
  • Let op: vrijdag inleveren folder boek 1


 

Slide 15 - Slide