This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
- De schrijver wil bij de lezer iets bereiken, daarom heeft een tekst een DOEL
Welke doelen weet je nog?
DOEL:
Instrueren
De schrijver wil uitleggen hoe je iets moet doen
Amuseren
De schrijver wil je vermaken
Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt
Waarschuwen
De schrijver wil dat je iets NIET doet
Activeren
De schrijver wil dat je iets WEL gaat doen
Overtuigen
De schrijver wil zijn mening geven