woordjes oefenen, then/than en spreken/schrijven

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

28-2

woordjes oefenen, then/than en spreken/schrijven

bathroom

1. keuken
2. slaapkamer
3. bedkamer
4. badkamer

upstairs

1. trap
2. boven
3. vliegen
4. op de trap

table

1. tablet
2. ipad
3. stoel
4. tafel

fridge

1. koelkast
2. oven
3. fornuis
4. aanrecht

couch

1. stoel
2. bank
3. bed
4. krukje

bigger

1. kleiner
2. klein
3. groot
4. groter

with

1. vrouw
2. van
3. met
4. naast

living room

1. leefkamer
2. woonkamer
3. gang
4. slaapkamer

kitchen

1. wc
2. keuken
3. badkamer
4. woonkamer

Aan de slag 

Hoofdstuk 4 Spreken en Gesprekken voeren. 

Zelfstandig: opdracht 1 

In tweetallen: opdracht 2

Tijd 

Vergelijking

then/than 

Aan de slag

1) werkbladen then/than (blz 62 info)

2) verder met taken NUMO Engels