woordjes oefenen, then/than en spreken/schrijven

28-2
woordjes oefenen, then/than en spreken/schrijven
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

28-2
woordjes oefenen, then/than en spreken/schrijven

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

bathroom
A
keuken
B
slaapkamer
C
bedkamer
D
badkamer

Slide 3 - Quiz

upstairs
A
trap
B
boven
C
vliegen
D
op de trap

Slide 4 - Quiz

table
A
tablet
B
ipad
C
stoel
D
tafel

Slide 5 - Quiz

fridge
A
koelkast
B
oven
C
fornuis
D
aanrecht

Slide 6 - Quiz

couch
A
stoel
B
bank
C
bed
D
krukje

Slide 7 - Quiz

bigger
A
kleiner
B
klein
C
groot
D
groter

Slide 8 - Quiz

with
A
vrouw
B
van
C
met
D
naast

Slide 9 - Quiz

living room
A
leefkamer
B
woonkamer
C
gang
D
slaapkamer

Slide 10 - Quiz

kitchen
A
wc
B
keuken
C
badkamer
D
woonkamer

Slide 11 - Quiz

Aan de slag 
Hoofdstuk 4 Spreken en Gesprekken voeren. 

Zelfstandig: opdracht 1 
In tweetallen: opdracht 2
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Tijd 
Vergelijking

Slide 13 - Slide

then/than 

Slide 14 - Slide

Aan de slag
1) werkbladen then/than (blz 62 info)

2) verder met taken NUMO Engels 

timer
1:00

Slide 15 - Slide