SBARR/ EWS en SIRS

Vandaag 
  SBARR
EWS 
SIRS

Hoofdstuk 5 
Praktijk gestuurd Klinisch redeneren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Vandaag 
  SBARR
EWS 
SIRS

Hoofdstuk 5 
Praktijk gestuurd Klinisch redeneren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Redeneerhulpen
  • protocollen
  • scoresystemen 
  • classificatiesystemen
Afhankelijk van de situatie bepaal je een evt. redeneerhulpmiddel.
Redeneerhulp is een hulpmiddel en vervangt niet de kennis en ervaring! 

Slide 3 - Slide

Voordelen SBAR(R)?
  • Consequente informatie overdracht: inhoud verbetert, overdracht wordt korter (overdracht en slechte communicatie = risicomoment)
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de situatie te analyseren
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe

Slide 4 - Slide

Als je zelf kunt vertellen de reden dat je belt. Waarom bel je en wat verwacht je. 

Maken opdracht SBARR vanuit ziektebeeld zie map KR. 

Slide 5 - Slide

S =Situation (situatie)

Hoe is de situatie?

Wat is jouw relatie tot de patiënt?


Vertel kort iets over het probleem. Bijvoorbeeld: 'Ik ben de verpleegkundige van patiënt ... en ik maak mij zorgen om ...'.

Slide 6 - Slide

B=Background (achtergrond)

De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.

Bijvoorbeeld: 'De patiënt is opgenomen met ... en gebruikt momenteel ... . Verder heeft patiënt in de voorgeschiedenis een CVA gehad, met hemiparese links als restklacht.'.

Slide 7 - Slide

A=Assesment (beoordeling)

Assessment: Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?


 Bijvoorbeeld: 'Het probleem zou cardiaal kunnen zijn, maar ik weet het niet zeker.'

Slide 8 - Slide

R=Reccommendation (aanbeveling)

Reccommendation: Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?

Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat je binnen nu en 30 minuten langs moet komen om de patiënt zelf te beoordelen.'

Slide 9 - Slide

R= 'Repeat' (herhaal).

 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten te kunnen opsporen.


Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp, wil je dat ik een hartfilmpje maak en kom je daarna binnen 30 minuten bij de patiënt langs?'

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

De mantelzorger vertelt dat de patiënt bekend is met diabetes mellitus. Bij welke fase past dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 14 - Quiz

De verpleegkundige vraagt de arts of ze alvast een katheter kan inbrengen. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 15 - Quiz

De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een hersenbloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 16 - Quiz

de EWS score zorgt ervoor dat je vroegtijdig een acuut bedreigde patiënt kunt helpen
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

EWS
Early Warning Scale/Vroege Signalerings Score

- Brengt patient qua vitale functies in beeld

- Erkent Niet-pluis gevoel verpleegkundige

- Praat plaatje met de dokter

- ABCDE beoordeling

Slide 18 - Slide

EWS

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Delen Word document SBARR en EWS

Slide 25 - Slide

EINDE

Slide 26 - Slide