Antwoorden oefenzinnen vwo
1 Van je kamer - een zwijnenstal = vergelijking zonder als
2 Je hartslag sust me in slaap. = personificatie
3 Zij is tot over haar oren verliefd = metafoor
4 Tijd is als lucht = vergelijking met als
5 Dordrecht = metonymia (plaats-bewoners)
6 Dat karweitje - een wassen neus = vergelijking
7 Van Gogh = metonymia (maker-voorwerp)
8 Het hele lokaal = metonymia (plaats-aanwezigen)
9 uit de brand helpen = metafoor
10 een kopje = metonymia (deel-geheel)